Posts tonen met het label De vleesgeworden God. Alle posts tonen
Posts tonen met het label De vleesgeworden God. Alle posts tonen

2020-06-27

Een lezing van de woorden van Almachtige God ‘De essentie van het door God bewoonde vlees’ (Fragment)

Wat is incarnatie? Lees van de woorden van Almachtige God om de betekenis van incarnatie te begrijpen.

 

Almachtige God zegt: “Waarom zeg ik dat de bedoeling van de incarnatie niet klaar was met het werk van Jezus? Omdat het Woord niet geheel vlees werd. Wat Jezus deed was slechts een deel van het werk van God in het vlees: Hij deed alleen het verlossingswerk en niet het werk om de mens geheel voor Zich te winnen. Hierom is God nogmaals vleesgeworden in de laatste dagen.

2020-06-23

Vraag 9: In het Tijdperk van Genade werd God vlees om als zondoffer voor de mensheid te dienen en de mensheid zo van zonde te verlossen. In de laatste dagen is God weer vlees geworden om de waarheid te verkondigen en Zijn oordeelswerk te doen om de mens grondig te zuiveren en te redden. Waarom moet God dan twee keer vlees worden om het reddingswerk voor de mensheid te doen? En wat is de ware betekenis van het feit dat God twee keer vlees is geworden?

Antwoord:

Jullie vroegen: “Waarom moet God twee keer geïncarneerd worden om het werk te doen om de mensheid te redden?” Laten we hier duidelijk over zijn: Wat de redding van de mensheid betreft, hebben Gods twee incarnaties een diepe en verstrekkende betekenis. Want het reddingswerk, of het nu gaat om de verlossing of het oordeel en de zuivering van de laatste dagen, kan niet worden uitgevoerd door de mens. Hiervoor moet God geïncarneerd worden om het werk zelf uit te voeren.

2020-06-05

VII. Vragen en antwoorden over de waarheid van de incarnatie

Vraag 5: In het Tijdperk van Genade was God geïncarneerd om het zondoffer te worden en de last van de zonden van de mens op zich te nemen. Dat is allemaal logisch. De Heer Jezus werd verwekt door de Heilige Geest en werd de Mensenzoon om de mensheid te verlossen in Zijn lichaam dat vrij van zonde was. Alleen daardoor werd Satan vernederd. In de laatste dagen is God weer geïncarneerd als de Mensenzoon om het werk van het oordeel te doen. We hebben gezien dat dat een feit is. Wat ik wil vragen, is dit: Gods twee incarnaties zijn enigszins verschillend. De eerste was in Judea en de tweede is in China. Waarom moet God twee keer geïncarneerd worden om het werk van het redden van de mensheid te doen? Wat is de ware betekenis van Gods twee incarnaties?

Antwoord: Waarom moet God twee keer geïncarneerd worden om het werk te doen om de mensheid te redden? Laten we hier duidelijk over zijn: Wat de redding van de mensheid betreft, hebben Gods twee incarnaties een diepe en verstrekkende betekenis. Want het reddingswerk, of het nu gaat om de verlossing of het oordeel en de zuivering van de laatste dagen, kan niet worden uitgevoerd door de mens.

2020-04-11

Gods woorden ‘Alleen zij die God en Zijn werk kennen, kunnen God behagen’ (Lezing)



Almachtige God zegt: “Het werk van de vleesgeworden God bestaat uit twee delen. De eerste keer dat Hij vlees werd, geloofden mensen niet in Hem en kenden zij Hem niet. Ze nagelden Jezus aan het kruis. Ook de tweede keer geloofden mensen niet in Hem en kenden zij Hem helemaal niet. Ze nagelden Christus wederom aan het kruis. Is de mens niet de vijand van God? Als de mens Hem niet kent, hoe kan hij dan de vertrouweling van God zijn? En hoe kan hij bekwaam zijn om te getuigen van God? Zijn claims van God liefhebben, God dienen, God verheerlijken niet allemaal bedrieglijke leugens?

2020-03-27

Het verschil tussen de bediening van vleesgeworden God en de plicht van de mens

Jullie moeten de visie van Gods werk leren kennen en begrijpen wat de grote lijn van Zijn werk is. Zo doe je op een positieve manier intrede. Als je eenmaal de waarheden van de visie goed meester bent geworden, is je intrede zeker gesteld; hoe Zijn werk ook verandert, jouw hart blijft standvastig, jij weet wat de visie inhoudt en jij hebt een doel voor je intrede en je streven. Op die manier zal alle ervaring en kennis in je zich verdiepen en verfijnen. Als je eenmaal het grotere geheel voor ogen hebt, zul je in je leven niets meer verliezen en je zult niet verloren raken. Als je deze stappen van het werk niet leert kennen, zul je bij elke stap verlies lijden.

2020-03-03

De verdorven mensheid heeft bovenal redding door de vleesgeworden God nodig

God is vlees geworden omdat het doel van Zijn werk niet de geest van Satan is, of iets anders onstoffelijks, maar de mens, die van het vlees is en verdorven door Satan. Juist omdat het vlees van de mens verdorven is, heeft God de lichamelijke mens tot doel van Zijn werk gemaakt. Omdat de mens bovendien het mikpunt van het verderf is, heeft Hij de mens tot het enige doel van Zijn werk gemaakt in alle stadia van Zijn reddingswerk. De mens is sterfelijk, hij is van vlees en bloed, en alleen God kan de mens redden. Zo moet God het vlees worden met dezelfde eigenschappen als de mens om Zijn werk te kunnen doen, zodat Zijn werk betere resultaten kan opleveren. Om Zijn werk te kunnen doen, moet God vlees worden, juist omdat de mens van vlees is en de zonde niet kan overwinnen en zich niet van het vlees kan ontdoen. Hoewel het wezen en de identiteit van de geïncarneerde God heel anders is dan het wezen en de identiteit van de mens, ziet Hij er als een gewoon mens uit Hij heeft de verschijning van een gewone mens, en leidt Hij het leven van een gewoon mens, en allen die Hem zien, zien geen verschil met een gewoon mens. Het gewone uiterlijk en de gewone menselijkheid volstaan voor Hem om Zijn goddelijke werk in gewone menselijkheid te verrichten. Door Zijn vlees kan Hij in gewone menselijkheid Zijn werk doen, het helpt Hem Zijn werk onder de mensen te verrichten. Bovendien helpt Zijn gewone menselijkheid Hem het reddingswerk onder de mensen uit te voeren. Zijn gewone menselijkheid heeft weliswaar nogal wat stof doen opwaaien onder de mensen, maar dit heeft het gewone effect van Zijn werk niet beïnvloed. Kortom, de mens is bijzonder gebaat bij het werk van Zijn gewone vlees. Ondanks dat de meeste mensen Zijn gewone menselijkheid niet accepteren, kan Zijn werk toch effectief zijn, en het effect kan juist dankzij Zijn gewone menselijkheid worden bereikt. Hierover bestaat geen twijfel. De mens heeft tientallen malen meer baat bij Zijn werk in het vlees dan bij de opvattingen die er onder de mensen heersen over Zijn gewone menselijkheid; al die opvattingen zullen uiteindelijk door Zijn werk worden opgeslokt. En het effect dat Zijn werk heeft bereikt, namelijk de kennis die de mens over Hem heeft, is veel groter dan de opvattingen die de mens over Hem heeft. Het werk dat Hij in het vlees doet kan op geen enkele manier voorgesteld of gemeten worden, want Zijn vlees is niet als het vlees van een lichamelijke mens. Het omhulsel is weliswaar hetzelfde, maar het wezen is niet hetzelfde. Zijn vlees brengt veel opvattingen over God voort onder de mensen, maar Zijn vlees kan mensen ook in staat stellen veel kennis te vergaren en kan zelfs eenieder die eenzelfde omhulsel heeft overwinnen. Hij is namelijk niet slechts een mens, maar Hij is God met het omhulsel van een mens, en niemand kan Hem volledig doorgronden of begrijpen. Een onzichtbare en ontastbare God wordt door iedereen liefgehad en verwelkomd. Als God slechts een voor de mens onzichtbare geest is, is het heel gemakkelijk voor de mens om in God te geloven. De mens kan op deze manier alles doen wat zijn eigen God het meest bevalt en waarvan deze god wenst dat hij dat doet, zonder enige scrupules. Zo kan de mens zonder scrupules doen wat zijn eigen God het best bevalt en wat deze God het liefste doet. Sterker nog, de mens gelooft dat er niemand zo godvruchtig en loyaal aan God is als hij, en dat alle anderen heidense honden zijn en ontrouw aan God. Je kan zeggen dat dit is wat de mensen die een vaag, op een doctrine gebaseerd geloof hebben in God, zoeken. Wat zij zoeken is veelal hetzelfde, er is weinig variatie. Alleen hun fantasiebeeld van God is anders, maar hun wezen is hetzelfde.

2020-03-02

De woorden van de Heilige Geest ‘De essentie van het door God bewoonde vlees’



Almachtige God zegt: “De eerste vleesgeworden God leefde drieëndertig en een half jaar op aarde. Toch voerde Hij Zijn bediening in slechts drie en een half van die jaren uit. Zowel tijdens als vóór de aanvang van Zijn werk bezat Hij een normale menselijkheid. Hij bewoonde Zijn normale menselijkheid drieëndertig en een half jaar. Tijdens de laatste drie en een half jaar onthulde Hij dat Hij de vleesgeworden God was. Voordat Hij Zijn bediening begon uit te voeren verscheen Hij met gewone, normale menselijkheid. Er was geen teken van Zijn goddelijkheid te zien. Pas nadat Hij formeel Zijn bediening begon uit te voeren werd Zijn goddelijkheid duidelijk. Zijn leven en werk tijdens die eerste negenentwintig jaar lieten zien dat Hij een echt mens was, een zoon van een mens, een vlees; Zijn bediening begon pas serieus op de leeftijd van negenentwintig. De betekenis van incarnatie is dat God in het vlees verschijnt en dat Hij, naar het beeld van vlees, komt werken, tussen de mensen die Hij geschapen heeft. God moet dus om te incarneren eerst vlees zijn, vlees met een normale menselijkheid. Dit is het meest fundamentele vereiste. De implicatie van Gods incarnatie is in feite dat God leeft en werkt in het vlees, dat God in Zijn ware essentie vlees wordt, mens wordt. Zijn geïncarneerde leven en werk kan in twee stadia worden onderverdeeld. Eerst is er het leven dat Hij vóór het uitvoeren van Zijn bediening leidt. Hij leeft in een gewoon gezin, in volslagen normale menselijkheid, en gehoorzaamt de gewone morele beginselen en wetten van het menselijk leven, heeft gewone menselijke behoeftes (voedsel, kleding, slaap en onderdak), gewone menselijke zwakheden en gewone menselijke emoties. Met andere woorden, in dit eerste stadium leidt Hij een niet-goddelijk, heel gewoon menselijk leven en doet Hij met alle gewone menselijke activiteiten mee. Het tweede stadium is het leven dat Hij leidt nadat Hij met de uitvoering van Zijn bediening is begonnen. Hij verkeert nog steeds in gewone menselijkheid met een gewoon menselijk omhulsel, er is geen teken van het bovennatuurlijke waar te nemen. Toch leeft Hij alleen voor Zijn bediening, en in deze tijd staat Zijn normale menselijkheid geheel in dienst van het gewone werk van Zijn goddelijkheid; Zijn normale menselijkheid is tegen die tijd zover gerijpt, dat Hij Zijn bediening uit kan voeren. Het tweede stadium van Zijn leven is dus de uitvoering van Zijn bediening in Zijn normale menselijkheid, het is een leven van normale menselijkheid én van complete goddelijkheid. De reden dat Hij in het eerste stadium van Zijn leven in heel gewone menselijkheid leeft is dat Zijn menselijkheid nog niet gelijk is aan het geheel van het goddelijke werk, nog niet gerijpt is. Pas als Zijn menselijkheid is gerijpt en Hij Zijn bediening op de schouders kan nemen, kan Hij aan de taak van de uitvoering van Zijn bediening beginnen. Omdat Hij, als vlees, moet groeien en rijpen, is het eerste stadium van Zijn leven dat van de normale menselijkheid. Omdat Zijn menselijkheid in het tweede stadium in staat is het werk te ondernemen en Zijn bediening uit te voeren, is het leven van de geïncarneerde God tijdens Zijn bediening een leven van menselijkheid en complete goddelijkheid. Als de geïncarneerde God vanaf Zijn geboorte Zijn bediening serieus had opgepakt en bovennatuurlijke tekenen had gegeven en wonderen had verricht, dan zou Hij geen lichamelijke essentie hebben. Daarom bestaat Zijn menselijkheid in het belang van Zijn lichamelijke essentie; er kan geen vlees zijn zonder menselijkheid, een persoon zonder menselijkheid is geen menselijk wezen. Zo is de menselijkheid van Gods vlees een wezenlijke eigenschap van het geïncarneerde vlees van God. Het is blasfemie te zeggen dat  ‘als God vlees wordt Hij helemaal goddelijk is en totaal niet menselijk, omdat een dergelijke uitspraak gewoon niet bestaat en het grondbeginsel van de incarnatie geweld aandoet. Zelfs nadat Hij Zijn bediening begint uit te voeren leeft Hij nog steeds in Zijn goddelijkheid met een menselijk omhulsel als Hij Zijn werk doet. Zijn menselijkheid dient alleen op dat moment het enige doel om Zijn goddelijkheid het werk in het gewone vlees te laten uitvoeren. De handelende factor van het werk is dus de goddelijkheid die Zijn menselijkheid bewoont. Zijn goddelijkheid, niet Zijn menselijkheid, is aan het werk, maar deze goddelijkheid is verborgen in Zijn menselijkheid. In de kern wordt Zijn werk door Zijn complete goddelijkheid gedaan, niet door Zijn menselijkheid. Maar de uitvoerder van het werk is Zijn vlees. Je zou kunnen zeggen dat Hij mens en ook God is, want God wordt een God die in het vlees leeft, met een menselijk omhulsel en een menselijke essentie maar ook met de essentie van God. Omdat Hij een mens met de essentie van God is, staat Hij boven alle geschapen mensen, boven iedere mens die het werk van God kan uitvoeren. En dus is Hij, onder allen met een menselijk omhulsel net als Hij en onder allen die menselijkheid bezitten de enige die de geïncarneerde God Zelf is – alle anderen zijn geschapen mensen. Hoewel ze allen menselijkheid bezitten, hebben geschapen mensen alleen maar menselijkheid, terwijl de vleesgeworden God anders is: in Zijn vlees heeft Hij niet alleen menselijkheid, maar ook – nog belangrijker – goddelijkheid. Zijn menselijkheid kan herkend worden in de uiterlijke verschijning van Zijn vlees en in Zijn dagelijks leven, maar Zijn goddelijkheid is moeilijker waar te nemen. Omdat Zijn goddelijkheid alleen wordt uitgedrukt als Hij menselijkheid heeft, en niet zo bovennatuurlijk is als de mensen zich voorstellen, kunnen zij die slechts met de grootste moeite zien. Zelfs vandaag de dag vinden mensen het nog heel moeilijk de ware essentie van de vleesgeworden God te doorgronden. Ik denk in feite dat zelfs nu ik er al zolang over heb gesproken, de meesten van jullie het nog steeds een mysterie vinden. Het is eigenlijk heel eenvoudig: Omdat God vlees is geworden is Zijn essentie een combinatie van menselijkheid en goddelijkheid. Deze combinatie wordt God Zelf genoemd, God Zelf op aarde. 

2020-02-14

Christelijke film ‘Het mysterie van de goddelijkheid: het vervolg’ Clip 6 - Is de Heer Jezus de Zoon van God of God Zelf?

Is de Heer Jezus Gods Zoon en God Zelf? Dit is een vraag die alle gelovigen altijd bespreken, maar niemand kan duidelijk verklaren, in de Bijbel staat: “Filippus zeide tot Hem: Heere, toon ons den Vader, en het is ons genoeg. Jezus zeide tot hem: Ben Ik zo langen tijd met ulieden, en hebt gij Mij niet gekend, Filippus? Die Mij gezien heeft, die heeft den Vader gezien; en hoe zegt gij: Toon ons den Vader? Gelooft gij niet, dat Ik in den Vader ben, en de Vader in Mij is? De woorden, die Ik tot ulieden spreek, spreek Ik van Mijzelven niet, maar de Vader, Die in Mij blijft, Dezelve doet de werken. Gelooft Mij, dat Ik in den Vader ben en de Vader in Mij is; en indien niet, zo gelooft Mij om de werken zelve.” Uit deze verzen zien we dat de Heer Jezus duidelijk zei: ‘Die Mij gezien heeft, die heeft den Vader gezien’ Het blijkt dat de Heer Jezus God Zelf is. Waarom bad Hij God in de hemel tot de Vader? Als je mysteries weet,Bekijk alstublieft een christelijke film vanavond. 



Christelijke film ‘Het mysterie van de goddelijkheid: het vervolg’ Clip 6 - Is de Heer Jezus de Zoon van God of God Zelf?

Het staat duidelijk in de Bijbel dat de Heer Jezus Christus is, dat Hij de Zoon van God is. Niettemin getuigt Bliksem uit het oosten dat de vleesgeworden Christus de manifestatie van God is, dat Hij God Zelf is. Is de vleesgeworden Christus dus de Zoon van God? Of is Hij God Zelf? Almachtige God zegt: “‘Jezus is de geliefde Zoon van God, in wie Hij welbehagen heeft gevonden’ … Dat was God die van Zichzelf getuigde maar vanuit een ander perspectief, het perspectief van de Geest in de hemel die van Zijn eigen incarnatie getuigt.