|
God zegt:‘Je
gelooft in niets anders dan in God, maar heb je een normale relatie met God? Sommige mensen zeggen dat het alleen maar belangrijk is om
een normale relatie met God te hebben, en zij bekommeren zich niet om
hun relaties met anderen. Maar hoe komt een normale relatie met God
tot uiting? Hebben zulke mensen ook maar enige werkelijke kennis?
Waarom zegt men dat de mate waarin je je hebt voorgenomen God lief te
hebben en of je werkelijk afstand hebt gedaan van het vlees, afhangt
van de vraag of je vooroordelen jegens jouw broeders en zusters
koestert en, als dat het geval is, of je zulke vooroordelen aan de
kant kunt schuiven? Met andere woorden: wanneer jouw relatie met jouw
broeders en zusters normaal is, is jouw toestand voor God eveneens
normaal. Wanneer een van jouw broeders en zusters zwak is, zul je hem
of haar niet verafschuwen,verachten, uitlachen of links laten liggen.
Als je hem of haar van dienst kunt zijn, zul je met hem of haar in
gesprek gaan en zeggen: “Vroeger was ik passief en zwak. Ik wilde
beslist geen samenkomst bijwonen, maar er gebeurde iets waardoor God
mij van binnen verlichtte en disciplineerde; ik voelde verwijten van
binnen, ik schaamde me heel erg en ik voelde voortdurend spijt
tegenover God. Daarna ben ik mijzelf gaan toewijden aan het leven van
de kerk en hoe meer ik mij met mijn broeders en zusters verbond, hoe
meer ik het gevoel had dat ik niet zonder God kon.