Ik heb veel werk gedaan in jullie midden en heb natuurlijk ook een aantal uitspraken gedaan. Maar toch heb ik het gevoel dat mijn woorden en mijn werk niet volledig het doel van mijn werk in de laatste dagen hebben vervuld. Want in de laatste dagen is mijn werk niet in het belang van één persoon of bepaalde mensen, maar bedoeld om mijn inherente gezindheid te tonen. Echter, om talloze redenen – misschien een gebrek aan tijd of een hectisch werkschema – heeft mijn gezindheid de mens niet in staat gesteld om mij ook maar enigszins te kennen. Daarom snel ik voort naar mijn nieuwe plan, naar mijn laatste werk, om een nieuwe bladzijde van mijn werk open te slaan, zodat iedereen die mij ziet zich op de borst zal slaan en onophoudelijk zal wenen en jammeren vanwege mijn bestaan. Dit is omdat ik het einde van de mensheid naar de wereld breng en vanaf nu leg ik mijn gehele gezindheid bloot aan de mensheid, zodat allen die mij kennen en allen die mij niet kennen, hun ogen mogen uitkijken dat ik inderdaad naar de mensenwereld ben gekomen, op aarde ben gekomen waar alle dingen zich vermenigvuldigen. Dit is mijn plan, het is mijn enige ‘bekentenis’ sinds mijn schepping van de mensheid. Ik zou willen dat jullie je onverdeelde aandacht konden schenken aan elke beweging die ik maak, want mijn stok drukt zich opnieuw dicht tegen de mensheid aan, tegen allen die zich tegen mij verzetten.