Te begrijpen wat het doel van Gods werk is, welk effect in de mens dient te worden bereikt, en wat de wil van God ten opzichte van de mens is, dat is wat elk mens die God volgt dient te bereiken. Wat alle mensen echter ontbreekt, is kennis van Gods werk. De mens doorgrondt noch begrijpt precies wat de daden van God in de mens zijn, hij begrijpt het volledige werk van God niet en doorgrondt de wil van God sinds de schepping van de wereld niet. Deze onvolkomenheid is niet alleen te zien in de religieuze wereld, maar in alle mensen die in God geloven.
Wanneer de dag komt dat je God echt aanschouwt en je de wijsheid van God realiseert, wanneer je alle daden van God aanschouwt en herkent wat God is en heeft, wanneer je zijn overvloed, wijsheid, wonderen en al het werk dat Hij in de mens doet aanschouwt, dan, op dat moment, heb je succesvol geloof in God bereikt. Wanneer van God wordt gezegd dat Hij alomvattend en zeer overvloedig is, wat wordt er dan bedoeld met alomvattend? En wat wordt bedoeld met overvloed? Als je dit niet begrijpt, kun je niet als iemand die in God gelooft worden beschouwd. Waarom zeg ik dat degenen in de religieuze wereld die niet in God geloven en boosdoeners zijn, van dezelfde soort zijn als de duivel? Wanneer ik zeg dat ze boosdoeners zijn, zeg ik dat omdat ze de wil van God niet begrijpen of Zijn wijsheid niet zien. God openbaart nooit Zijn werk aan hen, ze zijn blinde mensen die de daden van God niet zien. Ze zijn door God verlaten en bezitten de zorg en bescherming van God niet, laat staan het werk van de Heilige Geest. Degenen zonder het werk van God zijn boosdoeners en verzetten zich tegen God. Degenen waarvan ik zeg dat ze zich verzetten tegen God zijn: degenen die God niet kennen; degenen die God met lege woorden erkennen, maar Hem niet kennen; degenen die God volgen, maar Hem niet gehoorzamen; en, degenen die zich koesteren in de genade van God, maar toch niet van Hem kunnen getuigen. Zonder het doel van Gods werk en het werk van God in de mens te begrijpen, kan de mens niet in overeenstemming zijn met Gods hart en kan hij niet van God getuigen. De reden dat de mens zich tegen God verzet komt aan de ene kant voort uit de verdorven gezindheid van de mens en aan de andere kant uit zijn onwetendheid van God en gebrek aan begrip van de principes van Gods werk en Zijn wil ten opzichte van de mens. Deze twee aspecten samen vormen een geschiedenis van verzet van de mens tegen God. Nieuwelingen in het geloof verzetten zich tegen God omdat dit verzet in hun natuur ligt, terwijl het verzet tegen God van degenen die alle jaren geloven het resultaat is van hun onwetendheid van God en hun verdorven gezindheid. In de tijd voor de vleeswording van God werd er aan de hand van de wetten die de hemelse God had uitgevaardigd bepaald of een mens zich verzette tegen God. Tijdens het Tijdperk van de Wet bijvoorbeeld verzette iedereen die zich niet aan de wetten van Jehova hield zich tegen God. Iedereen die iets stal van de offergaven voor Jehova en iedereen die tegen de gunsteling van Jehova opstond, was een tegenstander van God en werd gedood door steniging. Iedereen die zijn vader en moeder niet eerbiedigde en iedereen die een ander sloeg of vervloekte, was iemand die zich niet aan de wetten hield. En allen die zich niet aan de wetten van Jehova hielden waren degenen die zich tegen Hem verzetten. Dit was niet langer meer het geval in het Tijdperk van Genade, toen iedereen die zich tegen Jezus verzette zich tegen God verzette en iedereen die de woorden die door Jezus werden gesproken niet gehoorzaamden degenen waren die zich tegen God verzetten. In dit tijdperk is het vaststellen van 'verzet tegen God' duidelijker omschreven en werkelijker geworden. In de tijd dat God nog niet vleesgeworden was, was de maat waarmee gemeten werd of de mens zich tegen God verzette gebaseerd op de vraag of de mens de onzichtbare hemelse God vereerde en naar Hem opkeek. De omschrijving 'verzet tegen God' was in deze tijd niet zo werkelijk, omdat de mens God noch kon zien, noch zijn beeld kon kennen, noch kon weten hoe Hij werkte en sprak. De mens had geen opvattingen van God en geloofde op een vage wijze in God, Hij was immers nog niet aan de mens verschenen. Hoewel de mensen in de God van hun eigen voorstellingen geloofden, veroordeelde God de mens daarom niet en vroeg Hij ook niet veel van de mensen. De mens kon God immers nog helemaal niet zien. Wanneer God vlees wordt en onder de mensen gaat werken, zien allen God en horen Zijn woorden, en allen zien de daden van God in het vlees. Op dat moment lossen de opvattingen van de mens op in niets meer dan mist. Wat betreft degenen die God in het vlees zien verschijnen, geldt dat allen die gehoorzaamheid in hun harten hebben niet zullen worden veroordeeld, terwijl degenen die zich doelbewust tegen hem verzetten zullen worden beschouwd als tegenstanders van God. Zulke mensen zijn antichristen en vijanden die zich moedwillig tegen God verzetten. Degenen die opvattingen van God hebben, maar toch met vreugde gehoorzamen, zullen niet worden veroordeeld. God veroordeelt de mens op basis van zijn bedoelingen en acties, nooit voor zijn gedachten en ideeën. Als de mens op deze basis zou worden veroordeeld, zou niemand aan de wraakzuchtige handen van God kunnen ontsnappen. Degenen die zich moedwillig tegen de geïncarneerde God verzetten, zullen worden gestraft voor hun ongehoorzaamheid. Hun moedwillige verzet tegen God komt voort uit hun opvattingen van Hem, die ertoe leiden dat ze het werk van God verstoren. Zulke mensen verzetten zich bewust tegen het werk van God en vernietigen het. Ze hebben niet alleen hun eigen opvattingen van God, ze doen ook datgene wat Zijn werk verstoort. Het is om deze reden dat zulk gedrag van de mens zal worden veroordeeld. Degenen die zich niet bezighouden met het bewust verstoren van het werk zullen niet als zondaars worden veroordeeld, omdat zij in staat zijn bewust te gehoorzamen en geen wanorde en verstoring veroorzaken. Zulke mensen zullen niet worden veroordeeld. Echter, wanneer er mensen zijn die jarenlang het werk van God hebben ervaren en er toch nog hun eigen opvattingen van God op na houden en niet in staat zijn het werk van de geïncarneerde God te kennen en, ondanks jaren ervaring, vasthouden aan talloze opvattingen van God en God nog steeds niet hebben leren kennen, dan zijn zulke mensen, zelfs als ze door de vele opvattingen van God in hun hart geen problemen hebben veroorzaakt en zelfs als zulke opvattingen niet openbaar worden, nutteloos voor het werk van God. Ze zijn niet in staat het evangelie te verkondigen of te getuigen van God, zulke mensen zijn nietsnutten en imbecielen. Omdat ze God niet kennen en niet in staat zijn hun opvattingen van God te verwerpen, zijn ze verdoemd. Het kan op de volgende manier worden gezegd: Het is niet ongewoon voor nieuwelingen in het geloof om bepaalde opvattingen van God te hebben, of om niets over hem te weten, maar het is abnormaal voor degenen die al vele jaren hebben geloofd en het werk van God hebben ervaren om nog steeds aan zulke opvattingen vast te houden, en het is nog abnormaler wanneer zulke mensen geen kennis hebben van God. Het is als gevolg van een dergelijke abnormale staat dat zulke mensen worden veroordeeld. Zulke abnormale mensen zijn nietsnutten; zij zijn degenen die God het meest tegenwerken en die de genade van God tevergeefs hebben ontvangen. Zulke mensen zullen uiteindelijk allen worden vernietigd!
Iedereen die het doel van Gods werk niet begrijpt behoort tot degenen die zich tegen God verzetten, en dit geldt nog sterker voor degenen die zich bewust zijn van het doel van Gods werk en er toch niet naar streven God te behagen. Degenen die de Bijbel lezen in majestueuze kerken reciteren de Bijbel elke dag, maar toch begrijpt geen van hen het doel van Gods werk. Niemand van hen kent God en niemand leeft in overeenstemming met Gods hart. Ze zijn allemaal waardeloze, verachtelijke mensen, die alle vanuit de hoogte God onderwijzen. Hoewel ze met de naam van God schermen, verzetten ze zich moedwillig tegen Hem. Hoewel ze zichzelf gelovigen van God noemen, zijn ze degene die het vlees van de mens eten en zijn bloed drinken. Zulke mensen zijn allemaal duivels die de ziel van de mens verslinden, demonen die doelbewust degenen die op het rechte pad willen wandelen voor de voeten lopen, struikelblokken die het pad van degenen die God zoeken moeilijker begaanbaar maken. Zij zijn van 'stevig vlees', dus hoe kunnen hun volgelingen weten dat ze antichristen zijn die de mens tegen God opzetten? Hoe kunnen zij weten dat ze levende duivels zijn die er in het bijzonder op uit zijn hun zielen te verslinden? Zij die zich groot maken voor God zijn de laagsten van alle mensen, terwijl zij die zichzelf vernederen het meest eerbaar zijn. En degenen die van zichzelf denken dat ze het werk van God kennen en het werk van God met veel tamtam aan anderen proclameren terwijl hun ogen op Hem rusten, dat zijn de meest onwetenden onder de mensen. Dat zijn de mensen zonder getuigenis van God, dat zijn de arrogante en verwaande mensen. Degenen die geloven dat ze weinig kennis van God hebben ondanks hun feitelijke ervaring en praktische kennis van God, zijn degenen die Hij het meest liefheeft. Het zijn zulke mensen die een werkelijk getuigenis hebben en echt door God kunnen worden vervolmaakt. Degenen die de wil van God niet begrijpen zijn tegenstanders van God. Degenen die de wil van God begrijpen, maar de waarheid toch niet beoefenen zijn tegenstanders van God. Degenen die het woord van God eten en drinken en toch tegen de essentie van Gods woorden ingaan zijn tegenstanders van God. Degenen die eigen opvattingen van de geïncarneerde God hebben en bewust rebelleren zijn tegenstanders van God. Degenen die God veroordelen zijn tegenstanders van God. En iedereen die niet in staat is God te kennen en getuigenis te geven voor Hem is een tegenstander van God. Luister dus naar mijn vermaning: als jullie echt het geloof hebben om dit pad te bewandelen, blijf het dan volgen. Als jullie niet in staat zijn jullie te onthouden van verzet tegen God, dan kunnen jullie het beste weggaan voor het te laat is. Anders is het eerder een slecht dan een goed voorteken, omdat jullie natuur te verdorven is. Jullie tonen niet de geringste trouw of gehoorzaamheid, of een hart dat dorst naar gerechtigheid en waarheid. En niemand van jullie heeft ook maar de geringste liefde voor God. Er kan gesteld worden dat jullie toestand voor God een totale puinhoop is. Jullie zijn niet in staat jullie te houden aan wat jullie behoren te doen of te zeggen wat jullie behoren te zeggen. Jullie zijn niet in staat in de praktijk te brengen wat jullie in de praktijk behoren te brengen en jullie zijn niet in staat de functie uit te voeren die jullie behoren uit te voeren. Jullie tonen niet de trouw, het geweten, de gehoorzaamheid of de vastberadenheid die jullie behoren te tonen. Jullie hebben het lijden niet verdragen zoals jullie het behoren te verdragen en jullie hebben niet het geloof dat jullie zouden moeten hebben. Jullie zijn volkomen verstoken van enige verdienste; hebben jullie het zelfrespect om te blijven leven? Ik verklaar jullie met klem dat het beter is jullie ogen te sluiten voor de eeuwige rust en God Zijn zorg over jullie te besparen en niet omwille van jullie hoeft te lijden. Jullie geloven in God, maar kennen toch Zijn wil niet. Jullie eten en drinken de woorden van God, maar zijn toch niet in staat jullie aan de eisen van God te houden. Jullie geloven in God maar toch kennen jullie Hem niet en leven alsof jullie geen doel hebben om naar te streven. Jullie hebben geen waarden en geen doel. Jullie leven als iemand die geen geweten, integriteit en ook maar de geringste mate van geloofwaardigheid heeft. Hoe kunnen jullie als mensen worden beschouwd? Jullie geloven in God, maar toch bedriegen jullie Hem. Sterker nog, jullie nemen Gods geld en eten van Zijn offers, en toch houden jullie uiteindelijk geen rekening met Gods gevoelens of geven blijk van een geweten ten opzichte van God. Jullie kunnen zelfs de meest triviale eisen van God niet houden. Dus hoe kunnen jullie als mensen worden beschouwd? Het voedsel dat jullie eten en de lucht die jullie inademen zijn afkomstig van God, jullie genieten van Zijn genade, en toch hebben jullie uiteindelijk niet de geringste kennis van God. Integendeel, jullie zijn nietsnutten geworden die zich tegen God verzetten. Zijn jullie dan niet net als beesten en niet beter dan een hond? Zijn er dieren die even kwaadaardig zijn als jullie?
De predikanten en ouderlingen die vanaf hun hoge preekstoel de mensen onderwijzen zijn tegenstanders van God en werken samen met Satan. Zouden jullie, die niet eens op een hoge preekstoel staan om de mensen te onderwijzen niet nog grotere tegenstanders van God zijn? Zweren jullie dan bovendien niet samen met Satan? Degenen die het doel van Gods werk niet begrijpen, weten niet hoe ze in overeenstemming met Gods hart moeten leven. Dit kan toch zeker niet gelden voor degenen die het doel van Zijn werk begrijpen? Het werk van God is nooit een vergissing, het is veeleer het streven van de mens dat gebrekkig is. Zijn niet die gedegenereerden die zich moedwillig tegen God verzetten meer sinister en kwaadaardiger dan deze predikanten en ouderlingen? Velen verzetten zich tegen God en deze vele mensen verzetten zich in verschillende vormen tegen God. Zoals er allerlei verschillende soorten gelovigen zijn, zo zijn er ook allerlei verschillende ongelovigen die zich tegen God verzetten, elk op een andere wijze dan de ander. Geen van hen die niet duidelijk Gods werk erkennen, kan gered worden. Ongeacht hoe de mens zich in het verleden tegen God heeft verzet, wanneer de mens het doel van Gods werk gaat begrijpen en zijn inspanningen wijdt aan het tevredenstellen van God, worden zijn eerdere zonden door God geheel uitgewist. Zolang de mens de waarheid zoekt en de waarheid beoefent, zal God niet in gedachten houden wat hij heeft gedaan. Integendeel, het is op basis van de beoefening van de waarheid dat God de mens rechtvaardigt. Dit is Gods rechtvaardigheid. Op welke manier de mens ook heeft gehandeld tegenover God voordat hij God heeft gezien of Zijn werk heeft ervaren; Hij houdt het niet in gedachten. Echter, zodra de mens God heeft gezien en Zijn werk heeft ervaren worden alle daden en handelingen van de mens door God opgetekend in de 'annalen'. De mens heeft God immers gezien en in Zijn werk geleefd.
Wanneer de mens werkelijk heeft gezien wat God heeft en is, Zijn heerschappij heeft aanschouwd, en het werk van God echt heeft leren kennen, en wanneer daarnaast zijn oude gezindheid is veranderd, dan zal de mens zijn opstandige gezindheid die zich tegen God verzet hebben weggeworpen. Er kan worden gezegd dat elke mens zich ooit tegen God heeft verzet en dat iedereen ooit tegen God heeft gerebelleerd. Als je echter doelgericht de geïncarneerde God gehoorzaamt en voortaan Gods hart tevreden stelt met je trouw, de waarheid beoefent zoals het behoort, je plicht vervult zoals het behoort en je aan de regels houdt zoals het behoort, dan behoor je tot degenen die bereid zijn hun opstandigheid terzijde te schuiven om God tevreden te stellen en behoor je tot degenen die door God kunnen worden vervolmaakt. Als je weigert je fouten in te zien en geen berouwvol hart hebt, als je blijft vasthouden aan je opstandige manieren en in het geheel de wil niet hebt om met God te werken en Hem tevreden te stellen, dan zal een koppige idioot zoals jij zeker worden gestraft en zul je nooit tot degenen behoren die door God worden vervolmaakt. Als dit het geval is ben je vandaag en morgen de vijand van God en blijf je ook overmorgen de vijand van God; je zult voor altijd een tegenstander en een vijand van God blijven. Hoe zou God je kunnen laten gaan? Het ligt in de natuur van de mens zich tegen God te verzetten, maar omdat het veranderen van zijn natuur een onoverkomelijke taak is, kan de mens niet doelbewust naar de 'geheimen' van het verzet van God zoeken. Als dit het geval is kun je beter weglopen voor het te laat is, opdat je tuchtiging in de toekomst niet strenger wordt en opdat je grove natuur zich niet openbaart en onbeheersbaar wordt totdat God uiteindelijk een eind maakt aan je vleselijke lichaam. Je gelooft in God om te worden gezegend. Als je aan het eind alleen onheil ten deel valt, zou dat niet de moeite waard zijn. Ik vermaan jullie een ander plan te ontwerpen. Elke andere oefening zou beter voor jullie zijn dan jullie geloof in God. Er is toch zeker wel meer dan dit ene pad? Zouden jullie niet gewoon op dezelfde manier doorleven zonder naar de waarheid te zoeken? Waarom zouden jullie op deze manier op gespannen voet met God leven?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten