2019-03-26

Wil je volmaakt worden, dan moet je eerst door God worden bevoorrecht.


Almachtige God zegt: ‘Wil je volmaakt worden, dan moet je eerst door God worden bevoorrecht. Hij maakt immers volmaakt wie Hij prefereert en wie naar Zijn hart zijn. Wil je naar Gods hart zijn, dan moet jouw hart aan God gehoorzaam zijn in Zijn werk. Je moet de waarheid nastreven en je moet Gods supervisie in alle dingen aanvaarden. Valt alles wat je doet onder Gods supervisie? Zijn je bedoelingen zuiver? Als je bedoelingen zuiver zijn, zal God met goedkeuring op je neerzien. Zijn je bedoelingen verkeerd, dan toon je daarmee aan dat je hart niet naar God uitgaat, maar naar het vlees en naar Satan. Je moet Gods supervisie dan ook in alle dingen aanvaarden door gebed. Wanneer je bidt, ben ik weliswaar niet persoonlijk bij je, maar de Heilige Geest wel.
Wanneer je tot deze persoon bidt, bid je ook tot de Geest van God. Waarom geloof je in dit vlees? Omdat Hij de Geest van God heeft. Zou je zonder de Geest van God in deze persoon geloven? Als je in deze persoon gelooft, geloof je in de Geest van God. Als je deze persoon vreest, vrees je de Geest van God. Geloof in Gods Geest is geloof in deze persoon. En geloof in deze persoon is ook geloof in de Geest van God. Wanneer je bidt, voel je dat de Geest van God bij je is. Je voelt dat God er is. Daarom bid je tot Zijn Geest. De meeste mensen zijn tegenwoordig te bang om hun daden voor God te brengen. Je kunt Zijn vlees misschien wel misleiden, maar Zijn Geest niet. Alles wat Gods supervisie niet kan verdragen, is niet in overeenstemming met de waarheid. Dat moet je wegdoen, anders zondig je tegen God. Dus of je nu bidt, met je broeders en zusters spreekt en gemeenschap hebt, of je plicht vervult en je zaken behartigt: je moet je hart voor God brengen. Wanneer je je taak doet, is God met je. Zolang je bedoelingen zuiver en voor het werk van Gods huis zijn, zal Hij alles wat je doet aanvaarden. Wijd je dus ernstig toe aan de vervulling van je taak. Wanneer je bidt, doe dat dan met liefde voor God in je hart, en zoek Gods zorg, bescherming en supervisie. Als je met die bedoeling bidt, zullen je gebeden effectief zijn. Wanneer je bijvoorbeeld op bijeenkomsten bidt, je hart opent en je God zonder leugens in je gebed vertelt wat er in je hart leeft — dan zullen je gebeden effectief zijn. Als je God oprecht in je hart liefhebt, leg dan een eed aan Hem af: ”God, die in de hemelen en op aarde en in alle dingen is, ik beloof u plechtig: Moge uw Geest alles wat ik doe onderzoeken en mij te allen tijde beschermen en voor mij zorgen. Zo kan ik door alles wat ik doe in uw tegenwoordigheid staan. Mocht mijn hart ooit ophouden u lief te hebben of u verraden, tuchtig en vervloek mij dan in grote mate. Vergeef mij dan niet in deze en de volgende wereld!” Durf je een dergelijke eed af te leggen? Zo niet, dan laat je zien dat je laf bent en nog steeds van jezelf houdt. Hebben jullie dit vaste voornemen? Als dit werkelijk je vaste voornemen is, dan moet je deze eed afleggen. Als je vastbesloten bent om een dergelijke eed af te leggen, zal God je laten slagen in je voornemen. Als je een eed aflegt aan God, luistert Hij. God stelt vast of je zondig of rechtschapen bent door je gebed en beoefening. Dit is het proces waardoor jullie volmaakt worden. En als je echt gelooft dat je volmaakt kunt worden, breng je alles wat je doet voor God en aanvaard je Zijn supervisie. Als je dan een grove zonde begaat of God verraadt, zal Hij je ‘volmaakt’ maken overeenkomstig je eed. Wat er dan ook met je gebeurt, verderf of tuchtiging, is jouw eigen zaak. Jij hebt de eed afgelegd, dus jij moet je daar aan houden. Als je een eed aflegt maar niet nakomt, zul je verderf oogsten. Jij hebt de eed afgelegd, dus God zal je volmaakt maken overeenkomstig je eed. Sommigen zijn bang nadat ze bidden. Zij zeggen dan: ‘O nee, mijn kans op losbandigheid is verkeken; mijn kans om slechte dingen te doen is verkeken; mijn kans om wereldse hebzucht na te jagen is verkeken!’ Deze mensen hebben de wereld en de zonde nog steeds lief. Zij zullen zeker verderf oogsten.

Uit ‘De Kerk van Almachtige God’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten