Heer ah! |
Ik heb eerder veel tekenen en wonderen laten zien en veel mirakelen verricht. De Israëlieten in die tijd toonden mij enorme bewondering en vereerden mijn buitengewone bekwaamheid om de zieken te genezen en demonen uit te drijven. In die tijd dachten de Joden dat mijn genezende krachten meesterlijk en buitengewoon waren. Vanwege vele van zulke daden van mij, beschouwden zij mij allen met respect; ze voelden grote bewondering voor al mijn krachten. Dus iedereen die mij wonderen zag verrichten, volgde mij op de voet, zodat duizenden mij omringden om mij de zieken te zien genezen. Ik liet zoveel tekenen en wonderen zien, maar de mens beschouwde mij slechts als een meesterlijke arts; ik sprak ook veel onderwijzende woorden tot de mensen in die tijd, maar ze beschouwden mij slechts als een leraar die superieur is aan zijn discipelen! Zelfs tot op de dag van vandaag, nadat mensen de historische verslagen van mijn werk hebben gezien, blijft hun interpretatie dat ik een geweldige arts ben die de zieken geneest en een leraar voor de onwetenden. En zij hebben bepaald dat ik de barmhartige Heer Jezus Christus ben. Degenen die de Schrift interpreteren, hebben misschien mijn vaardigheden in genezing overtroffen, of zijn misschien zelfs discipelen die hun leraar nu hebben overtroffen, toch schatten zulke mensen van grote naam, van wie de namen bekend zijn over de hele wereld, mij zo laag in alsof ik slechts een arts zou zijn! Mijn daden zijn groter in aantal dan de zandkorrels van het strand, en mijn wijsheid is groter dan die van al de zonen van Salomo, toch zien mensen mij alleen als een arts met weinig aanzien en een onbekende leraar van mensen! Hoeveel mensen geloven niet in mij alleen maar opdat ik hen genees? Hoeveel mensen geloven niet in mij alleen maar opdat ik mijn krachten gebruik om onreine geesten uit hun lichaam te drijven? En hoeveel mensen geloven niet in mij alleen maar om vrede en vreugde van mij te ontvangen? Hoeveel mensen geloven niet in mij alleen maar om meer materiële rijkdom van mij te eisen, en hoeveel mensen geloven niet in mij alleen maar om dit leven veilig door te brengen en om veilig en gezond te zijn in de toekomstige wereld? Hoeveel mensen geloven niet in mij alleen maar om het lijden van de hel te vermijden en de zegeningen van de hemel te ontvangen? Hoeveel mensen geloven niet in mij enkel als tijdelijke troost, maar willen in de komende wereld niets bereiken? Toen ik mijn woede over de mensheid bracht en alle vreugde en vrede terugnam die hij oorspronkelijk bezat, begon de mens te twijfelen. Toen ik de mens het lijden van de hel gaf en de zegeningen van de hemel terugeiste, veranderde de schaamte van de mens in kwaadheid. Toen de mens mij vroeg om hem te genezen, erkende ik hem echter niet en voelde ik een afkeer voor hem. De mens ging ver weg van mij en zocht daarvoor in de plaats de weg van valse geneeskunde en tovenarij. Toen ik alles wegnam wat de mensen van mij hadden geëist, verdween alles spoorloos. Daarom zeg ik dat de mens geloof in mij heeft, omdat ik te veel genade schenk, en er veel te veel is om te verkrijgen. De Joden geloofden in mij vanwege mijn genade en volgden mij, waar ik ook ging. Deze onwetende mensen met beperkte kennis en ervaring wilden alleen de tekenen en wonderen zien die ik toonde. Ze beschouwden mij als het hoofd van het huis van de Joden die de grootste wonderen kon verrichten. Daarom spraken zij onderling in grote verwarring, toen ik demonen uit mensen verdreef; ze zeiden dat ik Elia ben, dat ik Mozes ben, dat ik de oudste van alle profeten ben, dat ik de grootste van alle artsen ben. Afgezien van het feit dat ik zelf zeg dat ik het leven, de weg en de waarheid ben, kan niemand mijn wezen of mijn identiteit kennen. Afgezien van het feit dat ik zelf zeg dat de hemel de plaats is waar mijn Vader leeft, wist niemand dat ik de Zoon van God en God Zelf ben. Afgezien van het feit dat ik zelf zeg dat ik de mensheid verlossing zal brengen en haar zal vrijkopen, wist niemand dat ik de Verlosser van de mensheid ben; mensen kenden mij alleen als een welwillende en medelevende man. En afgezien van het feit dat ik zelf in staat ben om alles van mij uit te leggen, kende niemand mij, en niemand geloofde dat ik de Zoon van de levende God ben. De mens heeft alleen op zo'n manier vertrouwen in mij en houdt mij op deze manier voor de gek. Hoe kan de mens van mij getuigen als hij zulke zienswijzen over mij heeft?’Uit ‘De Kerk van Almachtige God’
Ik was verrast om de woorden van de Almachtige God te zien. Waarom heb ik niet over deze problemen nagedacht? Broeders en zusters, heb je nagedacht over deze problemen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten