2019-06-24

God vernietigt Sodom

(Gen. 18:26) En Jehova zei: “Als ik binnen Sodom vijftig rechtvaardigen vind, zal ik omwille van hen de hele stad sparen.”
(Gen. 18:29) En hij sprak weer met Hem en zei: “Misschien worden er daar maar veertig gevonden.” En Hij zei: “dan zal ik het niet doen.”
(Gen. 18:30) En hij zei tegen Hem: “Misschien worden er daar maar dertig gevonden.” En Hij zei: “dan zal ik het niet doen.”
(Gen. 18:31) En hij zei: “Misschien worden er daar maar twintig gevonden.” En Hij zei: “dan ga ik de stad niet verwoesten.”
(Gen. 18:32) En hij zei: “Misschien worden er daar maar tien gevonden.” En Hij zei: “dan ga ik de stad niet verwoesten.”
Dit zijn enkele passages die ik gekozen heb uit de Bijbel. Ze zijn niet de volledige, originele versies. Als jullie die willen zien, dan kunnen jullie ze zelf opzoeken in de Bijbel. Om tijd te sparen heb ik een deel uit het origineel weggelaten. Ik heb hier alleen een paar sleutelpassages en sleutelzinnen geselecteerd, de zinnen die niets met onze communicatie te maken hebben vandaag heb ik weggelaten. In alle passages en inhoud waarover we communiceren slaat onze focus de details van de verhalen en het gedrag van de mens in die verhalen over. We spreken alleen over wat Gods gedachten en ideeën waren in die tijd. In Gods gedachten en ideeën zullen we zien wat Gods gezindheid is. En vanuit alles wat God deed zullen we Gods ware Zelf zien, en op deze manier zullen we ons doel bereiken.


God geeft alleen om hen die Zijn woorden kunnen gehoorzamen en Zijn geboden volgen

De passages hierboven bevatten enkele sleutelwoorden: getallen. Allereerst, Jehova God zei dat als Hij vijftig rechtschapen mensen vond in de stad, Hij de hele stad zou sparen. Wat wil zeggen, Hij zou de stad niet vernietigen. Waren er dus feitelijk vijftig rechtschapen mensen in Sodom? Die waren er niet. Wat zei Abraham daarna tegen God? Hij zei: “Stel dat er nu veertig te vinden zijn?” En God zei: “Ik zal het niet doen.” Toen zei Abraham: “Maar stel dat er dertig te vinden zijn?” En God zei: “Ik zal het niet doen.” “En wat als er twintig zijn?” “Ik zal het niet doen.” “Tien?” “Ik zal het niet doen.” Waren er feitelijk tien rechtschapen mensen in de stad? Er waren er geen tien, er was er één. En wie was deze ene? Dat was Lot. Er was toen maar één rechtschapen persoon in Sodom, maar was God wat dat getal betreft erg streng en veeleisend? Nee, dat was Hij niet! En dus, terwijl de mens bleef vragen: “Wat als er veertig zijn?” “Wat als er dertig zijn?” tot hij bij “Wat als er tien zijn?” kwam, zei God: “Zelfs als er maar tien zijn, dan zal ik de stad niet vernietigen. Ik zal haar sparen en de andere mensen omwille van deze tien vergeven.” Tien is al droevig genoeg, maar het bleek dat zelfs dat aantal rechtschapen mensen niet gehaald werd in Sodom. Zoals je ziet, in de ogen van God was de zonde en het kwaad in de mensen van de stad dusdanig, dat God geen andere keuze had dan ze te vernietigen. Wat bedoelde God toen Hij zei dat Hij de stad niet zou vernietigen als er vijftig rechtschapen mensen waren? Die getallen waren niet belangrijk voor God. Wat belangrijk voor Hem was, was of er in de stad rechtschapen mensen woonden die Hij zocht. Als de stad slechts één rechtschapen persoon had, dan zou God niet toestaan dat hen iets zou overkomen als gevolg van Zijn vernietiging van de stad. Dit betekent dat, ongeacht of God de stad zou vernietigen of niet, en ongeacht hoeveel rechtvaardigen er in de stad waren, deze zondige stad voor God vervloekt en verfoeid was en dat zij vernietigd zou moeten worden, zou moeten verdwijnen voor Gods aangezicht, terwijl de rechtschapenen zouden moeten blijven. Los van het tijdperk, los van het ontwikkelingsstadium van de mensheid, Gods houding is onveranderlijk. Hij haat het kwaad en geeft om hen die rechtschapen zijn in Zijn ogen. Deze glasheldere houding van God is ook de ware openbaring van het wezen van God. Omdat er maar één rechtschapen persoon was in de stad, aarzelde God niet langer. Het eindresultaat was dat Sodom onvermijdelijk zou worden vernietigd. Wat zien jullie hierin? God zou in die tijd een stad niet hebben vernietigd als er vijftig rechtschapen mensen woonden, of maar tien. Dat betekent dat God op basis van slechts enkele mensen die in staat waren Hem te vereren en te aanbidden, zou beslissen om vergevingsgezind en tolerant te zijn of Gods stuurwerk te doen ten opzichte van de mensheid. God legt groot vertrouwen in de rechtvaardige daden van de mens en Hij legt groot vertrouwen in hen die Hem kunnen aanbidden en Hij legt groot vertrouwen in hen die goed kunnen doen voor Hem.

God is rijkelijk genadig naar hen om wie Hij geeft, en diep toornig tegen hen die hij verafschuwt en verwerpt

Waren er in de verslagen in de Bijbel tien dienaren van God in Sodom? Nee, die waren er niet! Was de stad het waard gespaard te worden door God? Slechts één persoon in de stad – Lot – ontving Gods boodschappers. Dit impliceert dat er in de stad maar één dienaar van God was, en dat God daarom dus geen andere keuze had dan Lot te redden en de stad Sodom te vernietigen. Deze woordenwisselingen tussen Abraham en God lijken misschien eenvoudig, maar ze illustreren iets zeer diepgaands: Gods handelen is gebaseerd op principes, en alvorens een beslissing te nemen, neemt God lang de tijd om te observeren en te overdenken; Hij zal zeker niet voortijdig beslissingen nemen of conclusies trekken. De woordenwisselingen tussen Abraham en God laten ons zien dat Gods beslissing om Sodom te vernietigen niet zelfs maar een klein beetje verkeerd was, want God wist al dat er in de stad geen veertig rechtschapen mensen waren, ook geen dertig en ook geen twintig. Er waren er niet eens tien. De enige rechtschapen persoon in de stad was Lot. Alles wat er in Sodom gebeurde en de omstandigheden waarin dat gebeurde, werd door God geobserveerd, en was zo bekend als wat voor God. Dus, zijn besluit kon niet verkeerd zijn. Maar in vergelijking met de almacht van God is de mens zo gevoelloos, zo dom en zo onwetend, zo kortzichtig. Dit zien we ook in de woordenwisselingen tussen Abraham en God. God heeft Zijn gezindheid vanaf het begin tot aan de dag van vandaag uitgedrukt. Er is hier eveneens de gezindheid van God die we zouden moeten zien. Getallen zijn eenvoudig en zeggen niets, maar hier is het een zeer belangrijke uitdrukking van Gods gezindheid. God zou de stad niet vernietigen als er vijftig rechtschapen mensen waren. Is dit vanwege Gods genade? Is dit vanwege Zijn liefde en tolerantie? Hebben jullie deze kant van Gods gezindheid gezien? Zelfs als er maar tien rechtschapen mensen waren, zou God de stad niet hebben vernietigd, vanwege deze tien mensen. Is dit nu wel of niet de tolerantie en liefde van God? Vanwege Gods liefde, tolerantie en zorg voor die rechtschapen mensen zou Hij de stad niet hebben vernietigd. Dit is Gods tolerantie. En wat voor uitkomst zien we uiteindelijk? Toen Abraham zei: “Misschien worden er daar maar tien gevonden.” zei God: “Dan zal ik haar niet verwoesten.” Daarna zei Abraham niets meer – want die tien rechtschapen mensen naar wie hij verwees waren er niet in de stad Sodom. Hij had niets meer te zeggen. En toen begreep hij waarom God besloten had de stad te vernietigen. Wat voor gezindheid van God zien jullie hierin? Tot wat voor soort resolutie kwam God? Dat wil zeggen, als de stad geen tien rechtschapen mensen bevatte, gaf God haar geen bestaansrecht en was het onvermijdelijk dat Hij de stad zou vernietigen. Is dat niet Gods toorn? Vertegenwoordigt deze toorn wat Gods gezindheid is? Onthult deze gezindheid Gods heilige wezen? Onthult deze gezindheid Gods rechtvaardige wezen, dat de mens niet moet beledigen? Nadat Hij had vastgesteld dat er geen tien rechtschapen mensen in de stad waren, was God er zeker van de stad te vernietigen, en wilde Hij de mensen in die stad zwaar straffen. Want zij werkten God tegen en waren zeer verachtelijk en verdorven.
Waarom hebben wij deze passages op deze manier geanalyseerd? Omdat deze paar simpele zinnen volledig uitdrukking geven aan Gods gezindheid van overvloedige genade en hevige toorn. Terwijl de rechtvaardigen gekoesterd worden, aan hen genade wordt verleend, zij getolereerd worden en zorg voor hen wordt gedragen, was er in Gods hart een diepe afkeer tegen allen in Sodom die verdorven waren. Was dit, of was dit niet overvloedige genade en hevige toorn? Op welke manier vernietigde God de stad? Met vuur. En waarom gebruikte Hij vuur? Als je iets ziet dat door vuur verbrand wordt, of als je op het punt staat iets te verbranden, wat voel je er dan bij? Waarom wil je het verbranden? Is dat omdat je het niet langer nodig hebt, of er niet langer naar wil kijken? Wil je het achter je laten? Gods gebruik van het middel vuur betekent achter zich laten, en haat, en dat Hij de stad Sodom nooit meer wenste te zien. Deze emotie zorgde ervoor dat God Sodom in vuur en vlam zette. Het gebruik van vuur maakt duidelijk hoe kwaad God was. De genade en tolerantie van God bestaan wel degelijk, maar Gods heiligheid en rechtvaardigheid als Hij Zijn woede ontketent, laten de mens ook die kant van God zien die geen belediging duldt. Als de mens volledig aan Gods geboden kan gehoorzamen en volgens Gods eisen handelt, dan is God overvloedig in Zijn genade tot de mens. Wanneer de mens vervuld is van verdorvenheid, haat en vijandschap tegen God, dan is God heel boos. En hoe ver reikt deze boosheid? Zijn toorn houdt aan tot God de weerstand en kwade daden van de mens niet langer ziet, tot deze uit Zijn gezichtsveld is. Pas dan verdwijnt Gods boosheid. Met andere woorden, ongeacht wie de persoon ook is, als zijn hart van God verwijderd is geraakt en zich van God heeft afgekeerd om nooit meer terug te keren, dan maakt het niet uit hoe hij (of zij) naar het zich laat aanzien, of in termen van zijn persoonlijke wensen God wil aanbidden, volgen en gehoorzamen in hun lichaam of in hun geest; op het moment dat zijn hart zich van God afkeert, zal zonder ophouden Gods woede ontketend worden. Het zal zelfs zo zijn, dat als God zijn boosheid laat botvieren nadat Hij iemand genoeg kansen heeft gegeven, er geen enkele manier is om dit terug te nemen. Hij zal nooit weer genadevol en tolerant zijn tegenover die persoon. Dit is de zijde van Gods gezindheid die geen belediging duldt. Het lijkt hier normaal voor mensen dat God een stad zou vernietigen, omdat in Gods ogen een stad vol zonden niet kon blijven bestaan, en het was logisch dat die vernietigd zou worden door God. Maar in wat er vóór en na de vernietiging van Sodom gebeurde, zien we het geheel van Gods gezindheid. Hij is tolerant en genadig ten aanzien van dingen die welwillend, schoon en goed zijn. Ten aanzien van dingen die slecht, zondig en kwaadaardig zijn, koestert Hij zo’n hevige woede, dat Zijn woede geen einde kent. Dit zijn de twee belangrijkste en meest prominente aspecten van Gods gezindheid, en bovendien zijn ze door God vanaf begin tot eind geopenbaard: overvloedige genade en hevige woede. De meesten van jullie hebben iets van Gods genade meegemaakt, maar slechts enkelen van jullie hebben Gods toorn gewaardeerd. Gods genade en goedertierenheid kun je in elke persoon zien; dat wil zeggen, God is rijkelijk genadig geweest voor ieder mens. Maar zelden – of je zou zelfs kunnen zeggen, nog nooit – is God ontzettend boos geweest op één of op een deel van de mensen onder jullie. Relax! Vroeg of laat zal Gods toorn gezien en ervaren worden door elke persoon, maar die tijd is nog niet aangebroken. Waarom is dat? Omdat als God voortdurend kwaad is op iemand, als Hij Zijn woede tegen hem (of haar) ontketent, dit betekent dat Hij die persoon al sinds lange tijd verafschuwde en verwierp, dat Hij zijn bestaan verfoeit en zijn bestaan niet kan verdragen; zodra Zijn boosheid op hem neerdaalt, zal hij (of zij) verdwijnen. Vandaag de dag moet Gods werk dat punt nog bereiken. Niemand van jullie zal ertegen opgewassen zijn wanneer God ontzettend kwaad wordt. Dus zien jullie dat God in deze tijd alleen maar overvloedig genadig is voor jullie allemaal, en dat jullie Zijn enorme kwaadheid nog moeten zien. Als er onder jullie nog zijn die niet overtuigd zijn, kunnen jullie altijd vragen of Gods woede op jullie neer mag dalen, zodat jullie mogen ervaren of Gods boosheid en Zijn geen belediging duldende gezindheid ten opzichte van de mens ook daadwerkelijk bestaan. Durven jullie dat?
uit ‘Het Woord verschijnt in het vlees’
uit ‘De Kerk van Almachtige God

Geen opmerkingen:

Een reactie posten