2019-09-22

Vervolging en tegenspoed hielpen mij te groeien


tegenspoed hielpen mij te groeien


Door Baituo, provincie Shandong
Vroeger wist ik alleen dat Gods wijsheid werd uitgedragen op basis van Satans intriges, dat God een wijze God is en dat Satan in theorie altijd Gods verslagen vijand zal zijn, maar werkelijk begrip en inzicht ontbraken mij. Later heb ik alleen binnen een omgeving die God voor mij creëerde echte ervaring opgedaan betreffende dit aspect van de waarheid.
Op een middag was ik op een bijeenkomst toen het districtshoofd plotseling gehaast op me afkwam en zei: “De grote rode draak heeft je moeder meegenomen.
Ga een tijdje niet naar huis. De kerk regelt een gastgezin voor jou.” Dit nieuws kwam als een donderslag bij heldere hemel en schokte mij zozeer dat ik met stomheid was geslagen: Wat? De grote rode draak heeft mijn moeder meegenomen? Hoe zal de grote rode draak haar folteren? Zal zij het kunnen doorstaan? Misschien krijg ik mijn moeder nooit meer te zien. Wat moet ik doen? Toen ik hieraan dacht, deed het pijn in mijn hart en kon ik mijn tranen niet stoppen. Na de bijeenkomst werd ik naar mijn gastgezin gebracht en na me te hebben geïnstalleerd, dwaalden mijn gedachten weer af naar mijn moeder. Thuis was ik degene die het dichtst bij mijn moeder stond. Hoewel mijn niet-gelovige vader mij probeerde te dwingen om God op te geven, mijn oudere zus mij negeerde vanwege mijn geloof in God en al mijn andere familieleden mij in de steek lieten, voelde ik mij nooit eenzaam. Ik had immers nog steeds mijn moeder die ook in God geloofde. Mijn moeder verzorgde mij altijd, gaf veel om mij en hielp mij vaak, zowel spiritueel als fysiek. Ik kon altijd bij haar terecht met een probleem. Je zou kunnen zeggen dat zij mijn rots in de branding was. Maar nu was de enige op wie ik kon vertrouwen meegenomen door de grote rode draak. Het voelde alsof ik opeens een wees was geworden. Alsof ik niet wist hoe ik het pad dat voor mij lag moest bewandelen en ik niet wist naar wie ik heen moest gaan als ik tegen problemen aanliep. De dagen daarna huilde ik de hele dag, had ik constant pijn en voelde ik mij terneergeslagen. Ik wist mijzelf niet uit deze staat te bevrijden, maar ik werd van binnenuit geleid: “Wil jij altijd in de duisternis blijven leven waar Satan de draak met jou kan steken? En ben jij echt niet bereid om God in Zijn werk te begrijpen en in het licht te leven?” Die woorden schudden me meteen wakker. Inderdaad, dacht ik. Blijf ik echt altijd zo leven in de duisternis waar Satan de draak met mij kan steken? Nee, dat kan ik niet. Deze situatie die mij is overkomen moet wel Gods goedheid bevatten. Daarna richtte ik mij vaak tot God om te bidden en God te zoeken, en om God te vragen mij te verlichten zodat ik Zijn wil kon begrijpen.
Na een tijdje ontdekte ik dat ik een deel van de waarheid begon te ervaren dat ik nog niet eerder had begrepen of dat ik nog niet in de praktijk had kunnen brengen. Vroeger werd ik thuis verwend. Eten, kleding en plezier namen het grootste deel van mijn tijd in beslag. Mijn vlees kon niet tegen lijden en kon de geringste ontberingen niet eens doorstaan. In de paar dagen nadat ik van huis was weggegaan en bij het gastgezin woonde, kon ik niet meer alles doen wat ik wilde. Ik kon niet meer doen wat ik thuis graag deed. Geleidelijk namen mijn verwende aard en slechte gewoontes af, en ik kwam erachter dat je al tevreden kunt zijn met eten en kleding in je leven. Ik begon ook de essentie van het vlees in te zien en om nooit meer bevrediging van het vlees na te streven. Ik kwam tot de ontdekking dat God tevreden stellen het belangrijkste is wat een schepsel kan doen. Vroeger, toen mijn moeder thuis was, vertrouwde ik altijd op haar en liet ik haar mij helpen met het oplossen van fysieke problemen of problemen in mijn leven. Als ik tegen problemen aanliep, bad ik niet tot God en zocht ik niet naar de waarheid. Ik had geen normale verhouding met God. Nadat mijn moeder mij was ontnomen, had ik niemand waar ik op kon rekenen bij moeilijkheden. Ik kon mij alleen vaker richten tot God om tot Hem te bidden, meer van de woorden van God te eten en drinken, en Zijn wil vaker te zoeken. Geleidelijk werd de plaats die mijn moeder in mijn hart innam kleiner, terwijl Gods plaats in mijn hart groter werd. Ik voelde dat God mij kon helpen wanneer ik dat maar nodig had en dat ik God geen moment kon verlaten. Bovendien leerde ik ook te vertrouwen op het gebed en op mijn zoektocht naar de waarheid om mijn problemen op te lossen. Ik ervoer het gevoel van vrede, zekerheid en betrouwbaarheid dat ik krijg als God bij mij is. Toen ik thuis woonde, wist ik dat gelovigen en niet-gelovigen twee groepen mensen waren die niet verenigbaar met elkaar waren. Het voelde nog steeds alsof alleen mijn ouders en mijn oudere zus mijn familie waren en ik zag mijn broeders en zusters in de kerk altijd als buitenstaanders en voelde altijd een afstand tussen ons. Nadat God van de omstandigheden gebruik had gemaakt om mij uit mijn huis te ‘verdrijven’, was ik van 's morgens vroeg tot 's avonds laat samen met mijn broeders en zusters in mijn gastgezin. Ik voelde hun bezorgdheid en zorg voor mij, hun tolerantie en begrip. We spraken dezelfde taal, hadden dezelfde aspiraties en hielpen elkaar door het leven. Vanuit mijn hart voelde ik dat dit mijn enige echte familie was, dat alleen mijn broeders en zusters in de kerk mijn vader, moeder, broers en zussen waren. Er was geen vervreemding meer tussen mij en mijn broeders en zusters in de kerk, geen afstand meer, en ik ervoer de warmte van een groot gezin. Door deze omgeving met mijn broeders en zusters leerde ik ook hoe we van elkaar konden houden, elkaar konden vergeven en elkaar in het leven konden steunen, waardoor mijn normale menselijkheid werd hersteld. Deze waarheid was wat ik eerder niet in praktijk kon brengen toen ik thuis woonde en vertrouwde op bijeenkomsten en preken. Nadat mijn moeder door de grote rode draak werd meegenomen en ik gedwongen werd om het huis te verlaten, smeedde God in deze uitzonderlijke omstandigheden en zonder dat ik het wist deze waarheid in mij en vergrootte geleidelijk mijn begrip ervan. In navolging op mijn inwijding in deze waarheid, werd mijn hart dat God wilde liefhebben en tevreden stellen steeds sterker en werd mijn wil om mijn hele leven voor God te leven steeds vastberadener. De persoon die ik was, die in God geloofde maar geen doel had en die zwakker werd wanneer er zich een probleem voordeed, onderging een geleidelijke verandering. Wat God mij gaf was meer dan ik ooit had kunnen denken en mijn hart werd gevuld met dankbaarheid en lof voor Hem.
Op een dag, tijdens mijn spirituele overdenking, las ik Gods woorden die zeggen: “Met al dit werk heeft Hij de mensheid, die door Satan verdorven is, niet alleen Zijn verlossing laten ontvangen, maar Hij heeft haar ook Zijn wijsheid, almacht en gezag getoond, en uiteindelijk zal Hij de mensheid Zijn rechtvaardige gezindheid laten zien – Hij zal de slechten straffen en de goeden belonen. Tot de dag van vandaag heeft Hij Satan bestreden en is Hij nooit verslagen, want Hij is een wijze God en Zijn wijsheid wordt uitgeoefend op basis van de intriges van Satan. […] Hij voert Zijn werk nu nog steeds op dezelfde realistische manier uit; bovendien laat Hij bij de uitvoering van Zijn werk ook Zijn wijsheid en almacht zien […]” (‘Je moet weten hoe de hele mensheid zich tot op de dag van vandaag heeft ontwikkeld’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’). Gods woorden deden plotseling mijn hart oplichten en ik kon niet anders dan vanbinnen een diepe zucht te slaken: God is daadwerkelijk een wijze God. Gods daden zijn echt wonderbaarlijk en onvoorzien. Dit is mij vandaag overkomen en het lijkt erop dat de grote rode draak mij mijn moeder heeft ontnomen, mijn enige rots, het mij moeilijk heeft gemaakt om terug te keren naar huis, tevergeefs heeft geprobeerd dit te gebruiken om mijn geloof in God te belemmeren en mij toe te laten geven, te verzwakken en op te geven, of zwak te maken en mij op te laten geven door mij bang te maken met zijn invloed. Maar Gods wijsheid wordt uitgedragen op basis van Satans intriges en God heeft er met succes gebruik van gemaakt. Hij heeft mij uit mijn comfortabele nest getild en, door deze omstandigheden, mijn wil getemperd, mijn wil om te lijden vervolmaakt, mij het vermogen om zelfstandig te leven geleerd, mij geleerd hoe ik de normale menselijkheid kan leven en hoe ik een echt persoon kan zijn. Deze waarheid was iets wat ik niet kon begrijpen, iets wat ik niet kon verkrijgen in een omgeving van gemak en behaaglijkheid. Door deze omstandigheden heeft God Zijn waarheid en wat Hij in het leven is zodanig in mij verwerkt, dat ik niet alleen niet heb opgegeven vanwege de vervolging door de grote rode draak, maar dat ik integendeel de waarheid verkreeg die God mij heeft gegeven en dat ik onder Gods redding werd gebracht. Bovendien heb ik door de vervolging van de grote rode draak zijn brute, wrede aangezicht en zijn reactionaire natuur die God weerstaat nog duidelijker gezien. Vanuit mijn hart verafschuwde ik hem nog meer en mijn hart dat God probeerde lief te hebben, werd nog sterker.
Ik dank God. Op basis van deze ervaring heb ik enig praktisch begrip gekregen van Gods almacht en soevereiniteit, en enige praktische ervaring van het feit dat Gods wijsheid wordt uitgedragen op basis van Satans intriges. Ik begreep dat alles wat plaatsvindt en niet in overeenstemming is met de opvattingen van de mens de goede bedoeling van God bevat. Hoe Satan zijn intriges ook afdwingt, God zal altijd een wijze God zijn en Satan zal altijd Gods verslagen vijand zijn. Met dit inzicht is mijn wil om God te volgen nu vastberadener en ben ik vervuld van geloof in de weg die voor mij ligt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten