2019-11-02

De relatie tussen Gods overlevering van Job aan Satan en doelstellingen van Gods werk

Bijbel,job,Bijbel karakter,

Hoewel de meeste mensen nu erkennen dat Job volmaakt en oprecht was, dat hij godvrezend was en het kwaad meed, zorgt deze erkenning er niet voor dat zij Gods bedoelingen beter begrijpen. Terwijl zij jaloers zijn op Jobs menselijkheid en streven, vragen ze zich van God af: als Job zo volmaakt en oprecht was, als mensen hem zo bewonderden, waarom leverde God hem dan over aan Satan en onderwierp Hij hem aan zulke vreselijke kwellingen? Deze vragen moeten wel ergens in de harten van veel mensen schuilen − beter gezegd, deze twijfel is wat veel mensen zich in hun hart afvragen.
Omdat het al zo velen in verwarring heeft gebracht, moeten
we deze vraag te berde brengen en fatsoenlijk uitleggen.
Alles wat God doet is nodig en heeft een uitzonderlijke betekenis, want alles wat Hij in de mens doet, heeft te maken met Zijn management en de verlossing van de mensheid. Het werk wat God in Job deed, is niet anders, zelfs al was Job onberispelijk en oprecht in Gods ogen. Met andere woorden, los van wat God doet of de manier waarop Hij dat doet, ondanks de kosten of Zijn doelstelling, het doel van Zijn handelen verandert niet. Zijn doel is Gods woorden in de mens te bewerkstelligen, Gods vereisten en Gods wil voor de mens. Met andere woorden, het is bedoeld om datgene, waarvan God gelooft dat het positief is en in overeenstemming met Zijn stappen, in de mens te bewerkstelligen. Hierdoor kan de mens Gods hart begrijpen en Gods essentie bevatten, en kan hij Gods soevereiniteit en bepalingen gehoorzamen, en zo God vrezen en het kwaad mijden − wat allemaal een aspect is van Gods doel in alles wat Hij doet. Het andere aspect is dat, omdat Satan als contrast en gebruiksvoorwerp dient in Gods werk, de mens vaak aan Satan wordt gegeven; God gebruikt deze manier om mensen de kwaadaardigheid, lelijkheid en verachtelijkheid van Satan te laten zien, te midden van Satans verleidingen en aanvallen, om zo mensen Satan te laten haten en te weten te komen en te erkennen wat negatief is. Dit proces stelt ze in staat om zich langzamerhand te bevrijden uit Satans grip, Satans beschuldigingen, inmenging en aanvallen − totdat zij, dankzij Gods woorden, hun kennis van en gehoorzaamheid aan God en hun geloof in God en vrees voor Hem, triomferen over Satans aanvallen en triomferen over de beschuldigingen van Satan. Alleen dan zullen ze volledig bevrijd zijn uit het domein van Satan. De bevrijding van mensen betekent dat Satan verslagen is. Het betekent dat ze niet langer voedsel voor Satan zijn − dat in plaats van ze op te slokken, Satan ze heeft losgelaten. Dit komt omdat deze mensen oprecht zijn, omdat ze geloof, gehoorzaamheid en vrees voor God hebben, en omdat ze volledig breken met Satan. Ze brengen Satan schande, ze maken van Satan een lafaard en ze verslaan Satan totaal. Hun overtuiging in het volgen van God, hun gehoorzaamheid aan en vrees voor God is wat Satan verslaat, wat ervoor zorgt dat Satan totaal opgeeft. Alleen dit soort mensen is daadwerkelijk door God verworven en dit is wat Gods ultieme doeleinde is in het redden van de mens. Als ze gered willen worden, geheel door God verworven willen worden, dan moeten al diegenen die God volgen de verleidingen en aanvallen van Satan, zowel klein als groot, onder ogen zien. Zij die boven deze verleidingen en aanvallen uitstijgen en in staat zijn Satan volledig te verslaan zijn degenen die gered zijn door God. Wat wil zeggen, zij die gered zijn door God zijn degenen die Gods beproevingen hebben ondergaan en die talloze keren verleid en aangevallen zijn door Satan. Zij die door God gered zijn, begrijpen Gods wil en vereisten en zijn in staat om te berusten in Gods soevereiniteit en bepalingen en verzaken niet het pad van godvrezendheid en het mijden van kwaad te midden van Satans verleidingen. Zij die door God zijn gered zijn eerlijk, goedhartig, maken onderscheid tussen liefde en haat, hebben een gevoel van rechtvaardigheid en zijn rationeel, en kunnen om God geven en alles koesteren wat van God is. Deze mensen zijn niet gebonden, bespied, beschuldigd, of misbruikt door Satan, zij zijn geheel vrij, ze zijn volledig vrijgelaten en bevrijd. Job was precies zo’n mens van de vrijheid, en dit is precies de significantie van waarom God hem aan Satan had overgeleverd.
Job werd door Satan misbruikt, maar hij verwierf ook eeuwige vrijheid en bevrijding, en verwierf het recht om nooit meer aan Satans verdorvenheid, misbruik en beschuldigingen onderworpen te worden, maar in plaats daarvan in het licht van Gods aangezicht vrij en onbelast, te midden van Gods zegeningen aan hem te leven. Niemand kon dit recht van hem wegnemen, vernietigen of van hem verwerven. Het was aan Job gegeven in ruil voor zijn geloof, vastberadenheid, gehoorzaamheid aan en vrees voor God; Job betaalde met zijn leven om vreugde en geluk op aarde te bereiken, om het door de hemel verleende en door de aarde erkende recht en toestemming te verkrijgen om zonder inmenging de Schepper te aanbidden, als een waar schepsel van God op aarde. Dat was ook het grootste resultaat van de verleidingen die door Job waren doorstaan.
Als mensen nog gered moeten worden, worden hun levens vaak nog verstoord en zelfs gestuurd door Satan. Met andere woorden, mensen die nog niet gered zijn, zijn gevangenen van Satan, ze hebben geen vrijheid, zijn nog niet losgelaten door Satan, zijn niet gekwalificeerd of kunnen geen aanspraak maken op het aanbidden van God en ze worden op de hielen gezeten en venijnig aangevallen door Satan. Zulke mensen kennen geen noemenswaardig geluk, hebben geen recht op een noemenswaardig bestaan en hebben bovendien geen noemenswaardige waardigheid. Alleen als je opstaat en strijd levert met Satan, gebruik makend van geloof, gehoorzaamheid en Godvrezendheid als wapens waarmee je op leven en dood strijd levert met Satan, op zo’n manier dat je Satan volledig verslaat, hem met de staart tussen de benen tot een lafaard maakt als hij je ziet, op zo’n manier dat Satan zijn aanvallen en beschuldigingen tegen je volledig achterwege laat − alleen dan word je gered en word je vrij. Als je vastberaden bent om volledig te breken met Satan, maar niet toegerust bent met de wapens die je daarbij zullen helpen, dan zul je nog steeds in gevaar zijn; wanneer je, met het verstrijken van de tijd, zo gemarteld bent door Satan dat er geen greintje kracht in je meer over is, en je nog geen getuigenis af hebt kunnen leggen, jezelf nog steeds niet geheel hebt bevrijd van Satans beschuldigingen en aanvallen tegen je, dan heb je weinig kans op verlossing. Wanneer uiteindelijk de voltooiing van Gods werk wordt verkondigd, zul je nog steeds in de klauwen van Satan zijn, niet in staat jezelf te bevrijden en zul je zo nooit een kans of hoop hebben. Dit impliceert dan ook dat zulk soort mensen geheel in Satans gevangenschap zullen zijn.
Accepteer Gods testen, overwin Satans verleidingen en laat God jouw hele wezen verwerven
Tijdens het werk van Zijn blijvende voorzienigheid en ondersteuning van de mens maakt God het geheel van Zijn wil en vereisten aan de mens bekend, en demonstreert Hij hiermee aan de mens Zijn daden, Zijn gezindheid en wat Hij heeft en is. Het doel is om de mens toe te rusten met gestalte en de mens in staat te stellen, tijdens het volgen van God, verschillende waarheden van God te verwerven − waarheden die door God aan de mens gegeven wapens zijn om Satan mee te bestrijden. Op die manier toegerust, moet de mens Gods testen onder ogen zien. God heeft vele middelen en wegen om de mens te testen, maar elk vereist de ‘medewerking’ van Gods vijand: Satan. Wat wil zeggen, nadat Hij de mens de wapens voor de strijd met Satan gegeven heeft, levert God de mens over aan Satan en staat Hij Satan toe de gestalte van de mens te ‘testen’. Als de mens onder de aanvalsformaties van Satan uit kan komen, als de mens aan Satans omsingeling levend kan ontsnappen, dan zal de mens de test hebben doorstaan. Maar als de mens faalt aan Satans aanvalsformaties te ontsnappen en zich aan Satan onderwerpt, dan zal de mens de test niet hebben doorstaan. Welk aspect van de mens God ook onderzoekt, de maatstaven voor Zijn onderzoek zijn of de mens, terwijl hij door Satan wordt aangevallen, standvastig blijft in zijn getuigenis, en of hij God al dan niet afgezworen heeft en zich, tijdens die verstrikking door Satan, overgeleverd en onderworpen heeft aan Satan. Het zou gezegd kunnen worden dat de vraag, of de mens gered kan worden, afhankelijk is van het vermogen van de mens om Satan te overwinnen en te verslaan. Of de mens vrijheid kan verwerven hangt ervan af, of de mens in staat is op eigen kracht de door God aan de mensen gegeven wapens op te heffen om Satans slavernij te overwinnen, zodat Satan alle hoop verliest en hem met rust laat. Als Satan de hoop verliest en iemand vrijlaat, betekent dit dat Satan nooit weer een poging doet deze persoon van God weg te halen, nooit weer deze persoon beschuldigt en zich met deze persoon bemoeit, hem nooit weer baldadig martelt of aanvalt; alleen een dergelijk persoon zal waarlijk voor God verworven zijn. Dit is het hele proces waarmee God mensen verwerft.

uit ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Mogelijk vindt u dit ook interessant:

De vele misvattingen van de mensen over Job
Bijbel,job,Bijbel karakter,

De ontberingen door Job ondergaan waren niet het werk van Gods boodschappers, noch waren ze door God Zelf veroorzaakt. In plaats daarvan waren ze veroorzaakt door Satan persoonlijk, de vijand van God. Als gevolg daarvan was de mate waarin Job lijden onderging zo hevig. Maar op dit moment liet Job zonder aarzeling in zijn hart zijn kennis van God, de grondbeginselen van zijn alledaagse handelen, en zijn houding tegenover God zien − en dit is de waarheid. Als Job niet verleid was, als God geen beproevingen op hem had ontladen, dan had je Job als hypocriet gezien toen hij zei: “Jehova heeft gegeven en Jehova heeft genomen. De naam van Jehova zij gezegend.” God had hem zoveel welvaart gegeven, dus is het logisch dat hij de naam van Jehova God loofde. Als Job vóór de beproeving had gezegd: “Al het goede aanvaarden we van God, zouden we dan het kwade niet aanvaarden?” dan zou je zeggen dat Job overdreef, dat hij Gods naam niet zou afzweren, omdat hij zo vaak was gezegend door Gods hand. Als God hem rampspoed had laten overkomen, dan zou hij vast en zeker Gods naam hebben verlaten. Maar toen Job zich bevond in omstandigheden die niemand wenst, of wenst te zien, of zichzelf toewenst, omstandigheden waarvoor mensen bang zijn dat die hen overkomen en die zelfs God niet aan kon zien, zelfs toen was Job in staat om zijn integriteit vast te houden: “Jehova heeft gegeven en Jehova heeft genomen. De naam van Jehova zij gezegend” en “Al het goede aanvaarden we van God, zouden we dan het kwade niet aanvaarden?” Met Jobs gedrag geconfronteerd zijn zij die graag gezapige, dure woorden spreken, zij die graag belerende woorden spreken, sprakeloos. Zij die alleen in woorden Gods naam verheffen, maar nog nooit Gods beproevingen hebben geaccepteerd, zijn door Jobs integriteit, waar hij sterk aan vasthield, veroordeeld. En zij die nooit hebben geloofd dat de mens vast kan houden aan Gods weg zijn door Jobs getuigenis geoordeeld. Als mensen met Jobs gedrag tijdens deze beproevingen en de woorden die hij sprak worden geconfronteerd, zullen sommige mensen zich verward voelen, sommigen jaloers, sommigen twijfelachtig, en sommigen zullen zelfs ongeïnteresseerd lijken, hun neus ophalen aan het getuigenis van Job, omdat zij niet alleen het lijden zien dat Job overviel tijdens zijn beproevingen, en de woorden die hij sprak, maar ook zijn menselijke ‘zwakheid’ die hij vertoonde toen de beproevingen Job waren overkomen. Deze ‘zwakte’ meent men de zogenaamde onvolmaaktheid in Jobs onberispelijkheid, de smet op het blazoen van de man die in Gods ogen onberispelijk was. Wat wil zeggen dat er gedacht wordt dat zij die onberispelijk zijn, foutloos zijn, zonder vlek of bezoedeling, dat ze geen zwakheden hebben, geen pijn kennen, zich nooit ongelukkig of neerslachtig voelen, en zonder haat of enig zichtbaar extreem gedrag zijn; als gevolg gelooft de grote meerderheid van mensen niet dat Job waarlijk onberispelijk was. Mensen keuren veel van zijn gedrag tijdens zijn beproevingen niet goed. Toen Job bijvoorbeeld zijn bezit en zijn kinderen verloor, brak hij niet in tranen uit, zoals men zou verwachten. Zijn ‘onfatsoen’ laat mensen denken dat hij koud is, want hij had geen tranen, of liefde voor zijn gezin. In eerste instantie geeft Job mensen deze slechte indruk. Ze vinden zijn gedrag van daarna nog meer verbijsterend: ‘scheurde zijn kleren’ wordt door mensen geïnterpreteerd als gebrek aan respect voor God, en ‘zijn hoofd kaal scheren’ wordt onterecht verstaan als Jobs godslastering van en verzet tegen God. Los van Jobs woorden, dat “Jehova heeft gegeven en Jehova heeft genomen. De naam van Jehova zij gezegend,” zien mensen de door God geroemde rechtschapenheid in Job niet, en bevat de inschatting die de meeste mensen van Job hebben enkel maar de ondoorgrondelijkheid, het onbegrip, de twijfel en de veroordeling en bestaat de goedkeuring alleen in theorie. Geen van hen begrijpen en waarderen Jehova Gods woorden waarlijk, dat Job onberispelijk en oprecht was, iemand die God vreesde en het kwaad meed.
Gebaseerd op bovenstaande indruk van Job zullen mensen meer twijfels hebben over zijn oprechtheid, want Jobs handelingen en gedrag waar de Schrift verslag van doet, zijn niet zo wereldschokkend aandoenlijk als mensen zich misschien hadden voorgesteld. Niet alleen leverde hij geen enorme prestatie, terwijl hij in de as zat nam hij ook een potscherf om zichzelf te krabben. Deze handeling verbaast mensen ook en veroorzaakt twijfel – en zelfs ontkenning – over Jobs oprechtheid, want terwijl Job zichzelf zat te krabben, bad hij niet tot God, of beloofde hij God iets; ook zagen mensen hem niet huilen van de pijn. Mensen zagen toen alleen de zwaktes van Job en niets anders, en toen zij Job dus hoorden zeggen “Al het goede aanvaarden we van God, zouden we dan het kwade niet aanvaarden?” waren ze daar compleet onbewogen onder, of anders onbeslist, en zijn nog steeds niet in staat Jobs oprechtheid te zien in zijn woorden. De algemene indruk die Job tijdens de kwellingen in zijn beproevingen geeft, is dat hij zowel niet ineenkromp, of arrogant was. Mensen zien het verhaal wat zich achter zijn gedrag in het diepst van zijn hart afspeelde niet, noch zien zij godvrezendheid in zijn hart, of getrouwheid aan het principe van de weg van het mijden van kwaad. Zijn gelijkmoedigheid doet mensen denken dat zijn onberispelijkheid en oprechtheid slechts lege woorden waren, zijn godvrezendheid slechts een gerucht; de ‘zwakte’ die hij uiterlijk vertoonde liet ondertussen een diepe indruk achter op hen, en gaf hen een ‘nieuw perspectief’ van, en zelfs een ‘nieuw begrip’ ten opzichte van de man die God omschreef als onberispelijk en oprecht. Zo’n ‘nieuw perspectief’ en ‘nieuw begrip’ bewijzen zich toen Job zijn mond opende en zijn geboortedag vervloekte.
Hoewel de mate van kwelling die Job onderging onvoorstelbaar en onbegrijpelijk is voor enig mens, sprak hij geen woorden van dwaallering, maar verlichtte slechts zijn lichamelijke pijn met eigen middelen. Zoals in de Schrift staat, zei hij: “Laat de dag dat ik geboren ben vergaan, en ook de nacht die zei: ‘Een jongen is verwekt’” (Job 3:3). Misschien heeft niemand overwogen hoe belangrijk deze woorden zijn, en misschien zijn er mensen die er wel op gelet hebben. Betekenen ze in jullie ogen dat Job tegen God is? Zijn ze een klacht tegen God? Ik weet dat velen van jullie zekere gedachten hebben over deze door Job gesproken woorden, en geloven dat als Job onberispelijk en oprecht was, hij geen tekenen van zwakte of rouw zou hebben laten zien, en in plaats daarvan Satans aanvallen met positiviteit tegemoet had moeten treden, zelfs glimlachend bij het vooruitzicht van Satans verleidingen. Hij zou niet de minste reactie gehad moeten hebben tegen enige kwelling van het vlees die hem door Satan werd toegebracht, noch zou hij enige emotie vanuit zijn hart hebben moeten prijsgeven. Hij zou God zelfs gevraagd moeten hebben de beproevingen nog strenger te maken. Dit is wat vertoond zou moeten worden door iemand die standvastig is, werkelijk God vreest en het kwaad mijdt, en wat hij zou moeten bezitten. Te midden van deze extreme kwellingen vervloekte Job zijn geboortedag. Hij klaagde niet over God, had zelfs de intentie niet om God tegenstand te bieden. Dit is makkelijker gezegd dan gedaan, want sinds de oudheid tot de dag van vandaag heeft niemand ooit zulke verleidingen of zulk lijden ondergaan als Job. En waarom is nooit iemand onderworpen aan het soort verleiding als Job? Omdat zoals God het ziet, niemand in staat is die verantwoordelijkheid of opdracht te dragen, niemand zou kunnen handelen als Job deed, en bovendien, niemand kon nog, behalve het vervloeken van zijn geboortedag, Gods naam niet verloochenen en doorgaan de naam van Jehovah God blijven zegenen zoals Job deed toen zulke kwellingen hem overlaadden. Kon iemand dit? Als we dit over Job zeggen, prijzen we zijn gedrag dan? Hij was een oprecht man, en hij was in staat zulk een getuigenis te geven aan God, en kon Satan met de handen aan het hoofd op de vlucht doen slaan, op een manier dat hij nooit meer beschuldigend voor God kwam te staan – dus wat is er dan verkeerd aan het hem prijzen? Kan het zijn dat jullie hogere standaarden hebben dan God? Kan het zijn dat jullie je nog beter zouden gedragen dan Job als beproevingen je overvallen? Job werd door God geprezen – wat voor bezwaren zouden jullie kunnen hebben?
Job vervloekt zijn geboortedag, omdat hij niet wil dat God door hem pijn lijdt
Vaak zeg ik dat God in mensenharten kijkt en mensen naar elkaars buitenkant kijken. Omdat God in mensenharten kijkt, begrijpt Hij hun essentie, terwijl sommige mensen de essentie van andere mensen bepalen op basis van hun uiterlijk. Toen Job zijn mond opende en zijn geboortedag vervloekte, verbaasde dit alle spirituele mensen, zijn drie vrienden incluis. De mens kwam van God, en zou dankbaar moeten zijn voor het leven en lichaam, alsmede zijn geboortedag, door God aan hem geschonken, en hij zou die niet mogen vervloeken. Dit is begrijpelijk en voor de meeste mensen voor te stellen. Voor ieder die God volgt is dit begrip heilig en onaantastbaar, het is een onveranderlijke waarheid. Echter, Job brak deze regels: hij vervloekte zijn geboortedag. Voor de meeste mensen betreedt hij met deze daad verboden terrein. Niet alleen kan hij geen aanspraak maken op begrip en medeleven van mensen, hij kan ook geen aanspraak maken op Gods vergeving. Tegelijkertijd beginnen nog meer mensen te twijfelen aan Jobs oprechtheid, want het lijkt alsof Gods gunst Job gemakzuchtig maakte, zo overmoedig en onbezonnen, dat hij niet alleen God niet dankte voor Zijn zegening en zorg tijdens zijn leven, maar hij de dag van zijn geboorte tot vernietiging en verdoemenis verwenste. Als dit geen tegenstand is tegen God? Zulke oppervlakkigheden geven mensen het bewijs dat ze nodig hebben om Jobs daad te veroordelen, maar wie weet wat Job toen werkelijk dacht? En wie kan de reden weten waarom Job zo handelde? Alleen God en Job zelf kunnen het verhaal en de redenen hierachter weten.
Toen Satan zijn hand uitstrekte om Jobs botten te pijnigen, viel Job in zijn klauwen zonder de middelen om te ontsnappen of de kracht om weerstand te bieden. Zijn lichaam en ziel leden enorme pijn, en deze pijn deed hem zijn onbetekenendheid, zijn broosheid en machteloosheid ten zeerste beseffen als mens van vlees en bloed. Tegelijkertijd kreeg hij ook een diepe waardering en een diep begrip voor waarom God een voor de mensheid zorgdragende en verzorgende instelling heeft. In de klauwen van Satan realiseerde Job zich dat de mens, die van vlees en bloed is, eigenlijk zo machteloos en zwak is. Toen hij op zijn knieën neerviel en tot God bad, was het alsof God Zijn aangezicht bedekte en Zich verstopte, want God had hem helemaal in de handen van Satan gegeven. Tegelijkertijd huilde God ook voor hem, en voelde Hij zich bovendien gekrenkt voor hem; God was gepijnigd door zijn pijn, gewond door zijn wonden … Job voelde Gods pijn en ook hoe ondraaglijk het was voor God … Job wilde God niet meer verdriet brengen, noch wilde hij dat God voor hem huilde, laat staan dat hij God pijn door hem wilde zien lijden. Toen wilde Job alleen nog maar zich ontdoen van zijn vlees, om niet langer de pijn te hoeven doorstaan die hem door het vlees werd toegebracht, want hierdoor zou God niet langer door zijn pijn gekweld worden − maar hij kon dat niet, en hij moest niet alleen de vleselijke kwellingen doorstaan, maar ook de kwelling dat hij niet wilde dat God zich zorgen maakte. Deze twee pijnen − die van het vlees, en die van de geest − brachten Job hartverscheurende, misselijkmakende pijn, en zorgden ervoor dat hij voelde hoe de beperkingen van de mens van vlees en bloed iemand gefrustreerd en hulpeloos konden maken. In deze omstandigheden groeide zijn verlangen naar God sterker, en werd zijn afschuw van Satan intenser. Op dat moment was Job liever nooit in de mensenwereld geboren en had hij liever niet bestaan, dan dat hij zag dat God tranen om hem vergoot of pijn voelde ter wille van hem. Hij begon een enorme hekel te krijgen aan zijn lijf, werd misselijk en moe van zichzelf, van zijn geboortedag, ja zelfs van alles wat aan hem verbonden was. Hij wenste dat zijn geboortedag en alles wat ermee te maken heeft nooit meer genoemd zou worden, en dus opende hij zijn mond om zijn geboortedag te vervloeken: “Laat de dag dat ik geboren ben vergaan, en ook de nacht die zei: ‘Een jongen is verwekt.’ Laat die dag een dag van duisternis worden, laat God in de hemel er geen acht op slaan. Laat die dag niet baden in het licht” (Job 3:3-4). Jobs woorden dragen de afschuw die hij voor zichzelf heeft, “Laat de dag dat ik geboren ben vergaan, en ook de nacht die zei: ‘Een jongen is verwekt.’” alsmede zijn zelfberisping en schuldgevoel omdat hij God pijn had veroorzaakt, “Laat die dag een dag van duisternis worden, laat God in de hemel er geen acht op slaan. Laat die dag niet baden in het licht.” Deze twee passages zijn de ultieme weergave van hoe Job zich toen voelde, en geven zijn volmaaktheid en oprechtheid volledig weer aan iedereen. Tegelijkertijd waren zijn geloof en gehoorzaamheid aan God, net zoals zijn godvrezendheid, daadwerkelijk toegenomen, precies zoals Job wenste. Deze toename was natuurlijk precies het door God verwachte effect.

Sommige bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten