2020-05-29

III. Over de waarheid van Gods naam

1. Sommigen zeggen dat de naam van God niet verandert, waarom veranderde de naam van Jehova dan in Jezus? De komst van de Messias was voorspeld, waarom kwam er dan een mens die Jezus heette? Waarom veranderde de naam van God? Was een dergelijk werk niet al lang geleden uitgevoerd? Kan God nu geen nieuw werk meer doen? Het werk van gisteren kan gewijzigd worden, en het werk van Jezus kan dat van Jehova opvolgen. Kan het werk van Jezus dan niet door ander werk worden opgevolgd? Als de naam Jehova in Jezus veranderd kan worden, kan dan de naam van Jezus niet ook worden gewijzigd? Dit is niet ongebruikelijk, dat denken de mensen maar[a] door de eenvoud van hun geest. God zal altijd God zijn. Ongeacht de verandering in Zijn werk en Zijn naam, Zijn gezindheid en wijsheid blijven voor altijd hetzelfde. Als je denkt dat God alleen Jezus genoemd kan worden, weet je te weinig. Durf jij te beweren dat Jezus voor eeuwig de naam van God is, dat God voor altijd en eeuwig Jezus genoemd moet worden en dat dit nooit zal veranderen? Durf jij met zekerheid te beweren dat het de naam Jezus is die het Tijdperk van de Wet heeft beëindigd en die ook het laatste tijdperk beëindigt? Wie kan zeggen dat de genade van Jezus het tijdperk kan beëindigen?

uit ‘Hoe kan een mens die God in zijn opvattingen heeft afgebakend de openbaring van God ontvangen?’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

2. Je moet weten dat God oorspronkelijk geen naam had. Hij nam alleen maar één, twee of vele namen aan omdat Hij werk te doen had en de mensheid moest beheren. Bij welke naam Hij ook wordt genoemd – koos Hij die niet uit vrije wil? Zou Hij jou – één van zijn schepselen – nodig hebben om hierover te beslissen? De naam die God krijgt, komt overeen met wat begrijpelijk is voor de mens, in mensentaal, maar deze naam is niet iets wat de mens kan bevatten.

uit ‘De visie van Gods werk (3)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

3. Daarom gebruikt God, in elk tijdperk waarin Hij persoonlijk Zijn eigen werk doet, een naam die passend is bij het tijdperk om het werk te omschrijven dat Hij van plan is uit te voeren. Hij gebruikt deze specifieke naam, die tijdelijk van belang is, om Zijn gezindheid in die tijd weer te geven. Hier gebruikt God de taal van de mensheid om Zijn eigen gezindheid tot uitdrukking te brengen.

uit ‘De visie van Gods werk (3)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

4. Zou de naam van Jezus – “God met ons” – de gezindheid van God in zijn geheel kunnen weergeven? Kan het God volledig uitdrukken? Als de mens zegt dat God alleen Jezus kan worden genoemd, en geen andere naam mag hebben omdat God Zijn gezindheid niet kan veranderen, dan is dat zeker godslastering! Geloof jij dat alleen de naam Jezus, God met ons, God in zijn geheel kan vertegenwoordigen? God kan vele namen hebben, maar onder al die namen kan er niet één alles van God omvatten, niet één God volledig vertegenwoordigen. God heeft dus veel namen, maar al die namen kunnen Gods gezindheid niet volledig uitdrukken, want de veelzijdigheid van Gods gezindheid gaat het menselijke vermogen om Hem te kennen simpelweg te boven. De mens kan God met geen mogelijkheid volledig in menselijke woorden vatten. De mensheid beschikt slechts over een beperkte woordenschat om alle kennis over Gods gezindheid te omvatten: groot, eerbiedwaardig, wonderbaarlijk, ondoorgrondelijk, oppermachtig, heilig, rechtvaardig, wijs enzovoort. Teveel woorden! Deze beperkte woordenschat kan de beperkte menselijke getuigenis van Gods gezindheid niet uitdrukken. In de loop van de tijd voegden vele anderen woorden toe die de vurigheid in hun hart naar hun mening beter uitdrukten: God is te groot! God is te heilig! God is te lieflijk! Tegenwoordig hebben dergelijke menselijke uitspraken hun hoogtepunt wel bereikt, maar toch kan de mens zich nog steeds niet duidelijk uitdrukken. En dus heeft de mens veel namen, maar toch heeft Hij niet één enkele naam, en dit komt omdat Gods wezen te overvloedig is en de taal van de mens te verarmd. God kan nooit volledig worden weergegeven door één bepaald woord of één bepaalde naam, denk je dan soms dat Zijn naam kan worden vastgezet? God is zo groot en zo heilig, maar Hij mag van jou Zijn naam niet veranderen in elk nieuw tijdperk?

uit ‘De visie van Gods werk (3)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

5. Stel dat het werk van God in elk tijdperk altijd hetzelfde is en dat Hij altijd hetzelfde wordt genoemd, hoe zou de mens dan weten wie Hij is? God moet Jehova worden genoemd, en afgezien van een God die Jehova heet, is niemand met een andere naam God. Of anders kan God alleen maar Jezus zijn, en mag Hij afgezien van de naam van Jezus niet anders worden genoemd; behalve Jezus is Jehova niet God, en Almachtige God is God ook niet. De mens gelooft dat God waarlijk almachtig is, maar God is een God die bij de mens is en hij moet Jezus worden genoemd, want God is bij de mens. Wie dit doet, houdt zich aan een doctrine en damt God in tot een bepaald bereik. Dus verlopen in elk tijdperk Gods werk, de naam die Hij krijgt en het beeld dat Hij aanneemt – wat Hij tot op de dag van vandaag in elke fase doet – volgens geen enkele regel, en kennen deze in het geheel geen beperkingen. Hij is Jehova, maar Hij is ook Jezus, evenals de Messias en Almachtige God. Zijn werk kan een geleidelijke transformatie ondergaan, waarbij Zijn naam overeenkomstig mee-verandert. Er is geen eenduidige naam die Hem volledig kan vertegenwoordigen, maar alle namen die voor Hem gebruikt worden bij elkaar vormen een weerspiegeling van Hem, en het werk dat Hij in elk tijdperk doet weerspiegelt Zijn gezindheid.

uit ‘De visie van Gods werk (3)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

6. In elk tijdperk verricht God nieuw werk en heeft Hij een nieuwe naam; hoe zou Hij in verschillende tijdperken hetzelfde werk kunnen doen? Hoe zou Hij kunnen vasthouden aan het oude? De naam van Jezus is gekozen omwille van het verlossingswerk, zou Hij dan dezelfde naam houden als Hij terugkeert in de laatste dagen? Zou Hij nog altijd het verlossingswerk verrichten? Waarom zijn Jehova en Jezus één, maar hebben ze in verschillende tijdperken toch verschillende namen? Komt het niet doordat de tijdperken van hun werk anders zijn? Zou een enkele naam een volledige weergave van God kunnen bieden? Daarom moet God in een ander tijdperk bij een andere naam genoemd worden, en de naam gebruiken om het tijdperk te veranderen en het tijdperk weer te geven. Want geen enkele naam kan God volledig weergeven, en elke naam kan slechts een tijdelijke blik bieden op Gods gezindheid in een bepaald tijdperk; de naam hoeft alleen maar Zijn werk weer te geven. Daarom kan God enige naam kiezen die bij Zijn gezindheid past om het gehele tijdperk te vertegenwoordigen.

uit ‘De visie van Gods werk (3)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

7. Jezus’ werk weerspiegelde de naam van Jezus en het Tijdperk van Genade; en het werk van Jehova weerspiegelde Jehova en het Tijdperk van de Wet. Hun werk was het werk van één Geest in twee verschillende tijdperken. […] Hoewel Ze met twee verschillende namen werden aangeduid, was het dezelfde Geest die beide fasen van het werk volbracht, en het verrichte werk was onafgebroken. Omdat de naam anders en de inhoud van het werk anders waren, was het tijdperk ook anders. Toen Jehova kwam, was dat het tijdperk van Jehova en toen Jezus kwam, was dat het tijdperk van Jezus. Zo wordt God bij elke komst met één naam aangeduid, weerspiegelt Hij één tijdperk en opent Hij een nieuw pad; en op elk nieuw pad neemt Hij een nieuwe naam aan, waaruit blijkt dat God altijd nieuw is en nooit oud, en dat Zijn werk altijd in voorwaartse richting blijft doorgaan. De geschiedenis gaat altijd voorwaarts, en het werk van God gaat altijd voorwaarts. Ter voleindiging van Zijn zesduizend jaar durende managementplan moet het in voorwaartse richting blijven doorgaan. Elke dag moet Hij nieuw werk doen, elk jaar moet Hij nieuw werk doen; Hij moet nieuwe paden openen, nieuwe tijdperken beginnen, nieuw en groter werk starten, die weer nieuwe namen en nieuw werk met zich meebrengen.

uit ‘De visie van Gods werk (3)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

8. ‘Jehova’ is de naam die ik tijdens mijn werk in Israël heb aangenomen en het betekent de God van de Israëlieten (Gods uitverkoren volk), die medelijden kan hebben met de mens, de mens kan vervloeken en de mens de weg kan wijzen. Het betekent de God die grote macht bezit en vol wijsheid is. […] Dat wil zeggen, alleen Jehova is de God van het uitverkoren volk van Israël, de God van Abraham, de God van Isaak, de God van Jacob, de God van Mozes en de God van het hele volk van Israël. En zodoende aanbidden alle Israëlieten, behalve de stam van Juda, in de huidige tijd Jehova. Zij brengen Hem offers op het altaar en dienen Hem in de tempel in priestergewaden. Waar zij op hopen is de nieuwe verschijning van Jehova. […] De naam Jehova is een speciale naam met betrekking tot het volk van Israël dat leefde onder de wet. In elk tijdperk en elke fase van mijn werk heeft mijn naam een reden en een representatieve betekenis: elke naam vertegenwoordigt één tijdperk. ‘Jehova’ vertegenwoordigt het Tijdperk van de Wet en is eretitel voor de God die wordt aanbeden door het volk van Israël.

uit ‘De Redder is al teruggekeerd op een “witte wolk”’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

9. Tijdens het Tijdperk van de Wet werd het werk van het leiden van de mensheid uitgevoerd onder de naam Jehova, en de eerste fase van het werk werd op aarde geïnitieerd. In deze fase bestond het werk uit de bouw van de tempel en het altaar en het leiden van het volk Israël en het werken in hun midden door middel van de wet. Door het volk Israël te leiden, legde Hij een basis voor Zijn werk op aarde. Vanuit deze basis breidde Hij Zijn werk verder uit dan Israël, dat wil zeggen: Hij breidde Zijn werk uit vanuit Israël, zodat latere geslachten geleidelijk te weten kwamen dat Jehova God was, en dat Jehova de Schepper van hemel en aarde en alle dingen was, en dat Jehova alle levende wezens geschapen heeft. Hij verspreidde Zijn werk door het volk Israël heen, hen voorbij. Het land Israël was de eerste heilige plaats van Jehova’s werk op aarde, en het was het land Israël waar God het eerst te werk ging op aarde. Dat was het werk van het Tijdperk van de Wet.

uit ‘De visie van Gods werk (3)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

10. De naam Jehova kan Gods hele gezindheid niet vertegenwoordigen. Het feit dat Hij Zijn werk in het Tijdperk van de Wet heeft uitgevoerd, is geen bewijs dat God kan alleen maar onder de wet God kan zijn. Jehova heeft wetten voor de mens ingesteld en hem de geboden gegeven met de vraag om de tempel en de altaren te bouwen. Het werk dat Hij deed, vertegenwoordigt alleen het Tijdperk van de Wet. Dit werk dat Hij deed, is geen bewijs dat God alleen maar een God is die aan de mens vraagt om zich aan de wet te houden, of dat Hij de God in de tempel is, of dat Hij de God vóór het altaar is. Het zou onwaar zijn om dit te zeggen. Het werk dat onder de wet wordt gedaan, kan slechts één tijdperk vertegenwoordigen.

uit ‘Het mysterie van de vleeswording (4)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

11. Het Tijdperk van Genade begon met Jezus’ naam. Toen Jezus Zijn bediening begon uit te voeren, begon de Heilige Geest te getuigen van de naam van Jezus en werd de naam van Jehova niet langer genoemd; in plaats daarvan verrichte de Heilige Geest het nieuwe werk hoofdzakelijk onder de naam van Jezus. Het getuigenis van degenen die in Hem geloofden, werd gedragen voor Jezus Christus, en het werk dat zij deden was ook voor Jezus Christus. Het eindigen van het oudtestamentische Tijdperk van de Wet betekende dat het werk dat hoofdzakelijk onder de naam Jehova werd uitgevoerd ten einde was gekomen. Voortaan was de naam van God niet langer Jehova; in plaats daarvan heette Hij Jezus en vanaf dat moment begon de Heilige Geest het werk hoofdzakelijk onder de naam Jezus.

uit ‘De visie van Gods werk (3)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

12. ‘Jezus’ is Immanuël, de naam voor het zondoffer dat vol liefde en vol medeleven is en de mens verlost. Hij deed het werk van het Tijdperk van Genade, en vertegenwoordigt het Tijdperk van Genade, en kan slechts één deel van Gods managementplan vertegenwoordigen. […] Alleen Jezus is de verlosser van de mensheid. Hij is het zondoffer dat de mensheid heeft verlost. Dat wil zeggen, de naam Jezus is afkomstig van het Tijdperk van Genade, en ontleent zijn bestaan aan het verlossingswerk in het Tijdperk van Genade. De naam Jezus bestond om te zorgen dat de mensen van het Tijdperk van Genade opnieuw konden worden geboren en gered en de naam Jezus is een speciale naam voor de verlossing van de hele mensheid. En zo vertegenwoordigt de naam Jezus het verlossingswerk en duidt het Tijdperk van Genade aan. […] ‘Jezus’ vertegenwoordigt het Tijdperk van Genade en is de naam van de God van al degenen die zijn verlost in het Tijdperk van Genade.

uit ‘De Redder is al teruggekeerd op een “witte wolk”’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

13. Voor het werk van het Tijdperk van Genade was Jezus de God die de mens redde. Wat Hij had en waaruit Hij bestond, was genade, liefde, barmhartigheid, verdraagzaamheid, geduld, nederigheid, zorg en tolerantie, en zo’n groot onderdeel van het werk dat Hij deed was omwille van de verlossing van de mens. Zijn gezindheid was er één van barmhartigheid en liefde, en omdat Hij barmhartig en liefdevol was, moest Hij voor de mens aan het kruis genageld worden om te laten zien dat God de mens liefhad als Zichzelf, zozeer zelfs dat Hij Zichzelf volledig opofferde. Satan zei: “Aangezien u een liefdevolle en barmhartige God bent, moet u hem tot het uiterste liefhebben: u moet uzelf dan opofferen aan het kruis.” Jezus antwoordde: “Zolang het voor de mensheid is, ben ik bereid om mijzelf helemaal te geven.” En toen ging Hij zonder de minste bezorgdheid over zichzelf aan het kruis en verloste de hele mensheid.

uit ‘De visie van Gods werk (3)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

14. Hoewel Jehova, Jezus, en de Messias allen mijn Geest vertegenwoordigen, duiden deze namen alleen de verschillende tijdperken van mijn managementplan aan en ze vertegenwoordigen mij niet in mijn volledigheid. De namen waar mensen op aarde mij mee noemen, kunnen niet duidelijk mijn volledige gezindheid en alles wat ik ben tot uitdrukking brengen. Het zijn slechts verschillende namen waarmee ik in de verschillende tijdperken word genoemd. En zo zal mijn naam wanneer de eindtijd – de tijd van de laatste dagen – aanbreekt, opnieuw veranderen. Ik zal niet Jehova of Jezus worden genoemd, laat staan de Messias, maar ik zal de indrukwekkende Almachtige God Zelf worden genoemd, en onder deze naam zal ik het gehele tijdperk tot een einde voeren. Eens ben ik aangeduid met Jehova. Ik ben ook de Messias genoemd en de mensen noemden me Jezus de Redder, omdat ze van mij hielden en mij respecteerden. Maar in deze tijd ben ik niet de Jehova of Jezus die de mensen in het verleden hebben gekend – ik ben de God die is teruggekeerd in de laatste dagen, de God die het tijdperk tot het einde zal voeren. Ik ben God Zelf die oprijst vanaf het uiteinde der aarde, vervuld van mijn volledige gezindheid en vol gezag, eer en glorie. De mensen zijn nooit interactie met mij aangegaan, hebben mij nooit leren kennen en hebben mijn gezindheid nooit leren kennen. Vanaf de schepping van de wereld tot op de dag van vandaag heeft geen enkel mens mij ooit gezien. Dit is de God die in de laatste dagen aan de mens verschijnt, maar onder de mensen verborgen is. Hij houdt verblijf onder de mensen, waarachtig en echt, als de brandende zon en het vlammende vuur, vol kracht en vol gezag. En er is geen enkel mens of ding die niet zal worden geoordeeld door mijn woorden en er is geen enkel mens of ding dat niet door het branden van het vuur zal worden gezuiverd. Uiteindelijk zullen alle naties worden gezegend vanwege mijn woorden en ook aan stukken worden geslagen vanwege mijn woorden. Zo zullen alle mensen in de laatste dagen zien dat ik de teruggekeerde Redder ben, dat ik de Almachtige God ben die de hele mensheid overwint; ik ben ooit het zondoffer voor de mens geweest, maar in de laatste dagen word ik ook het vuur van de zon dat alles verbrandt en de Zon van de rechtvaardigheid die alles openbaart. Dat is mijn werk van de laatste dagen. Ik heb deze naam aangenomen en ik bezit deze gezindheid zodat alle mensen kunnen zien dat ik een rechtvaardige God ben, en de brandende zon en het vlammende vuur. Dit is zodat allen mij, de enige ware God, kunnen aanbidden en zodat zij mijn ware gezicht kunnen zien: ik ben niet alleen de God van de Israëlieten en ik ben niet alleen de Verlosser – ik ben de God van alle schepselen in de hemelen, op de aarde en in de zeeën.

uit ‘De Redder is al teruggekeerd op een “witte wolk”’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

15. Nu er getuigd is van Almachtige God (de Koning van het koninkrijk) strekt het bereik van Gods management zich volkomen uit over het hele universum. Niet alleen in China is er getuigd van Gods verschijning, maar in alle naties en in alle landen is er getuigd van de naam van Almachtige God. Mensen roepen Zijn heilige naam uit, terwijl ze op alle mogelijke manieren communicatie met God zoeken, de wil van Almachtige God begrijpen en dienst te verrichten in samenwerking met de kerk. Op deze wonderbaarlijke wijze werkt de Heilige Geest.

uit ‘Hoofdstuk 8’ van Uitspraken van Christus aan het begin in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

16. Laat iedereen ter wereld zien dat ik de ware en volmaakte God Zelf ben. Alle mensen zijn oprecht overtuigd en niemand durft mij nogmaals te weerstaan, te oordelen of te lasteren. Anders zullen zij onmiddellijk getroffen worden door vervloeking en zal hen rampspoed ten deel vallen. Zij zullen slechts huilen en tandenknarsen en ze zullen hun eigen verwoesting teweeg brengen.

Laat het alle volkeren weten, laat het bekend zijn tot aan de einden van het universum en moge ieder mens het weten: Almachtige God is de enig ware God. Allen zullen zich, de een na de ander, neerbuigen op gebogen knieën om Hem te aanbidden en zelfs de kinderen die net hebben leren praten zullen uitroepen: “Almachtige God!”

uit ‘Hoofdstuk 35’ van Uitspraken van Christus aan het begin in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

17. Je hebt mensen die zeggen dat God onveranderlijk is. Dat klopt, maar het verwijst naar de onveranderlijkheid van Gods gezindheid en Zijn substantie. Veranderingen in Zijn naam en werk bewijzen niet dat Zijn substantie is veranderd; met andere woorden, God zal altijd God zijn, en dit zal nooit veranderen. Als je zegt dat het werk van God onveranderlijk is, zou Hij dan Zijn zesduizend jaar durende managementplan kunnen voleinden? Jij weet alleen dat God altijd hetzelfde blijft, maar weet je ook dat God altijd nieuw is en nooit oud? Als het werk van God onveranderlijk is, had Hij dan de mensheid helemaal tot aan de huidige dag kunnen leiden? Als God onveranderlijk is, hoe kan Hij dan al twee tijdperken aan werk volbracht hebben? Zijn werk gaat altijd door, wat wil zeggen dat Zijn gezindheid geleidelijk wordt geopenbaard aan de mens en wat geopenbaard wordt, is Zijn inherente gezindheid. In den beginne was Gods gezindheid verborgen voor de mens. Hij openbaarde Zijn gezindheid nooit openlijk aan de mens en de mens wist eenvoudigweg niets over Hem. Daarom gebruikt Hij Zijn werk om Zijn gezindheid stukje bij beetje aan de mens te openbaren, maar deze werkwijze betekent niet dat Gods gezindheid in elk tijdperk verandert. Het is niet zo dat Gods gezindheid voortdurend verandert omdat Zijn wil steeds verandert. Omdat de tijdperken van Zijn werk van elkaar verschillen, openbaart God Zijn gehele inherente gezindheid juist stap voor stap aan de mens, opdat de mens Hem kan leren kennen. Maar dit bewijst geenszins dat God van oorsprong geen bepaalde gezindheid heeft of dat Zijn gezindheid met het verstrijken van de tijdperken geleidelijk is veranderd – zo’n opvatting zou onjuist zijn. God openbaart Zijn inherente en specifieke gezindheid aan de mens – wat Hij is – volgens het verstrijken der tijdperken; het werk van één enkel tijdperk kan niet de volledige gezindheid van God uitdrukken. En dus verwijzen de woorden “God is altijd nieuw en nooit oud” naar Zijn werk en de woorden “God is onveranderlijk” naar wat God inherent heeft en is. Hoe dan ook kun je het werk van zesduizend jaar niet aan één enkel punt ophangen of met dode woorden omvatten. Zo stom is de mens nu. God is niet zo eenvoudig als de mens zich voorstelt, en Zijn werk kan niet in één enkel tijdperk blijven dralen. Jehova bijvoorbeeld kan niet altijd staan voor de naam van God; God kan ook Zijn werk doen onder de naam Jezus. Dit is een teken dat Gods werk zich altijd in voorwaartse richting beweegt.

uit ‘De visie van Gods werk (3)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

18. God is altijd God en zal nooit Satan worden; Satan is altijd Satan en zal nooit God worden. Gods wijsheid, Gods wonderbaarlijkheid, Gods rechtvaardigheid en Gods majesteit zullen nooit veranderen. Zijn essentie en wat Hij heeft en is, zal nooit veranderen. Zijn werk gaat daarentegen altijd voorwaarts, altijd dieper, want Hij is altijd nieuw en nooit oud. In elk tijdperk neemt God een nieuwe naam aan, in elk tijdperk doet Hij nieuw werk, en in elk tijdperk staat Hij het Zijn schepselen toe Zijn nieuwe wil en nieuwe gezindheid te zien. Als mensen in een nieuw tijdperk de uitdrukking van Gods nieuwe gezindheid niet kunnen zien, zouden ze Hem dan niet altijd aan het kruis blijven nagelen? En zouden ze daarmee God niet definiëren?

uit ‘De visie van Gods werk (3)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

19. Als de mens me altijd Jezus Christus noemt, maar niet weet dat ik tijdens de laatste dagen een nieuw tijdperk heb laten beginnen, en ben begonnen met nieuw werk en als de mensen altijd geobsedeerd uitkijken naar de komst van Jezus de Redder, zal ik deze mensen beschouwen als mensen die niet in mij geloven. Het zijn mensen die mij niet kennen, en hun geloof in mij is een schijnvertoning. Zouden zulke mensen de getuige kunnen zijn van de komst van Jezus de Redder uit de hemel? Ze kijken niet uit naar mijn komst, maar naar de komst van de Koning van de Joden. Zij verlangen er niet naar dat ik deze onzuivere oude wereld vernietig, maar verlangen in plaats daarvan naar de wederkomst van Jezus, waarna zij zullen worden gered; zij kijken ernaar uit dat Jezus nogmaals de hele mensheid verlost uit dit bezoedelde en onrechtvaardige land. Hoe kunnen deze mensen de mensen worden die mijn werk in de laatste dagen tot vervolmaking brengen? De verlangens van de mens kunnen mijn wensen niet vervullen en mijn werk niet uitvoeren, want de mens bewondert en koestert slechts het werk dat ik eerder heb gedaan en heeft er geen idee van dat ik de God Zelf ben die altijd nieuw en nooit oud is. De mens weet slechts dat ik Jehova ben, en Jezus, en heeft er geen benul van dat ik de laatste ben, de Ene die de mensheid zal beëindigen. Het enige waarnaar de mens hunkert en wat de mens weet, is wat bestaat in zijn eigen beleving en denkbeelden, en is slechts wat hij kan zien met zijn eigen ogen. Dat is niet in overeenstemming met het werk dat ik doe, het is daar niet op afgestemd.

uit ‘De Redder is al teruggekeerd op een “witte wolk”’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

20. Willen jullie weten wat er aan de wortel van de tegenstand van de farizeeërs tegen Jezus ligt? Willen jullie de essentie van de farizeeërs kennen? Ze zaten vol fantasieën over de Messias. Sterker nog, ze geloofden alleen dat de Messias zou komen, maar de waarheid van het leven zochten ze niet. En dus wachten ze zelfs in de huidige tijd nog op de Messias, want ze kennen de weg van leven niet, en ze weten niet wat de weg van de waarheid is. Hoe, zeggen jullie, kunnen zulke dwaze, eigenwijze en onwetende mensen de zegen van God ontvangen? Hoe kunnen ze de Messias zien? Ze stonden tegen Jezus op omdat ze niet wisten waar het werk van de Heilige Geest heen leidde, omdat ze de weg van de waarheid die door Jezus onder woorden was gebracht niet kenden en bovendien de Messias niet begrepen. En omdat ze de Messias nog nooit hadden gezien, en nog nooit in het gezelschap van de Messias hadden verkeerd, maakten ze de fout om zich tevergeefs aan de naam van de Messias vast te klampen en zich ondertussen op alle mogelijke manieren tegen het wezen van de Messias te verzetten. In essentie waren deze farizeeërs koppig, arrogant en gehoorzaamden ze de waarheid niet. Het principe van hun geloof in God is als volgt: Hoe wijs je preken ook zijn, hoe hoog je gezag, jij bent Christus niet tenzij je Messias wordt genoemd. Zijn dit geen ongerijmde en belachelijk ideeën? Ik vraag jullie nogmaals: is het niet heel makkelijk voor jullie om de fouten van de vroegste farizeeërs te begaan, omdat jullie niet het geringste begrip van Jezus hebben? Kun je de weg van de waarheid onderscheiden? Kun je echt garanderen dat je je niet zult verzetten tegen Christus? Kun je het werk van de Heilige Geest volgen? Als je niet weet of je je zult verzetten tegen Christus, dan zeg ik dat je al op de rand van de dood leeft. Zij die de Messias niet kenden waren allemaal in staat om zich tegen Jezus te verzetten, of om Jezus te verwerpen, of kwaad te spreken over Hem. Mensen die Jezus niet begrijpen, kunnen Hem allemaal ontkennen en beschimpen. Ze zijn bovendien in staat de terugkeer van Jezus als het bedrog van Satan te zien en meer mensen zullen de in het vlees teruggekeerde Jezus veroordelen. Maakt dit alles jullie niet bang? Jullie krijgen met blasfemie tegen de Heilige Geest te maken, de verwoesting van de woorden van de Heilige Geest aan de kerken, en de afwijzing van alles dat Jezus tot uitdrukking heeft gebracht. Als jullie zo verward zijn, wat kunnen jullie van Jezus krijgen? Hoe kunnen jullie het werk van Jezus begrijpen wanneer Hij naar het vlees terugkeert op een witte wolk, als jullie koppig blijven weigeren je je fouten te realiseren? Dit is wat ik jullie vertel: mensen die de waarheid niet aanvaarden, maar blind de komst van Jezus op een witte wolk afwachten, zullen zeker blasfemie plegen jegens de Heilige Geest, en zij behoren tot de categorie die vernietigd zal worden. Jullie willen slechts de genade van Jezus ontvangen en genieten van het zalige hemelrijk, maar jullie hebben de woorden die Jezus heeft gesproken nooit gehoorzaamd en jullie hebben de waarheid die Jezus heeft geuit toen Hij terugkeerde naar het vlees nooit ontvangen. Wat hebben jullie te bieden in ruil voor het feit dat Jezus op een witte wolk terugkomt? Is het de eerlijkheid waarmee jullie regelmatig zonden begaan en ze vervolgens opbiechten, steeds weer? Wat kunnen jullie als offer aanbieden aan Jezus die op een witte wolk terugkeert? Zijn het de jaren van werk waarmee jullie jezelf prijzen? Wat hebben jullie te bieden zodat de teruggekeerde Jezus jullie kan vertrouwen? Is het die arrogante natuur van jullie, die aan geen enkele waarheid gehoorzaamt?

uit ‘Tegen de tijd dat je het spirituele lichaam van Jezus ziet, zal God de hemel en de aarde opnieuw gemaakt hebben’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten