Door Ding Feng, China
Ik zoek de waarheid, laat mijn misvattingen varen en volg God
Een paar dagen later was ik thuis aan het werk toen mijn vrouw een paar zusters van De Kerk van Almachtige God meebracht. Ik vroeg me net af hoe ik ze kon ontwijken toen een van de zusters leek te zien wat ik dacht, en tegen me zei: “Broeder, als je wilt weten of Almachtige God echt de tweede komst van de Heer Jezus is, hoef je alleen maar naar Gods woorden te luisteren. De Heer Jezus sprak: “Gelukkig wie nederig van hart zijn, want voor hen is het koninkrijk van de hemel” (Matteüs 5:3).
De Heer Jezus vertelt ons dat wij die nederig zoeken door Hem worden geprezen. De Heer Jezus is nu wedergekeerd, als je dus weigert naar Hem te luisteren, loop je dan niet je kans mis Zijn wederkomst te verwelkomen?” Toen ik zag dat ze zich op zo’n ernstige en oprechte manier gedroegen, voelde ik me heel ontroerd. Ik kon niet anders dan nadenken over de troosteloze toestand van de religieuze wereld op dit moment, waar broeders en zusters het steeds moeilijker vonden om regelmatig bijeenkomsten bij te wonen, terwijl deze zusters zo’n groot geloof en zo’n grote liefde bezaten. Bliksem uit het oosten floreerde ook steeds meer en was bijna in elke familie bekend – dit was duidelijk niet iets dat alleen met menselijke inspanningen kon zijn bereikt! Toen ik me dit bedacht, besloot ik het werk van de laatste dagen van Almachtige God serieus te gaan bestuderen.
En dus zei ik tegen de zusters van De Kerk van Almachtige God: “voorgangers en ouderlingen zeggen altijd dat al Gods woorden en werk in de Bijbel zijn vastgelegd, dat de Bijbel de hele waarheid bevat en dat er geen woorden of werk zijn van God buiten de Bijbel. En toch getuigen jullie dat de Heer Jezus is wedergekeerd om nieuw werk te doen en nieuwe woorden uit te drukken. Gaat dit niet verder dan de Bijbel?”
Na naar mij te hebben geluisterd, las de zuster me verschillende passages uit de woorden van Almachtige God voor: “Er zijn zelfs mensen die het werk van vandaag afzetten tegen het werk van Jezus in de Bijbel en bij enige inconsistenties deze fase van het werk ontkennen. Is dit niet de daad van iemand die verblind is? Wat er in de Bijbel is opgetekend, is beperkt; dat kan het gehele werk van God niet vertegenwoordigen. De vier evangeliën bestaan in totaal uit nog geen honderd hoofdstukken, waarin een beperkt aantal gebeurtenissen is geschreven, zoals Jezus die de vijgenboom vervloekt, Petrus die de Heer drie keer verloochent, Jezus die na Zijn kruisiging en opstanding aan de discipelen verschijnt, leringen over vasten, leringen over gebed, leringen over echtscheiding, de geboorte en het geslachtsregister van Jezus, Jezus’ aanstelling van de discipelen enzovoort. Mensen waarderen ze echter als schatten en beoordelen het werk van vandaag zelfs aan de hand ervan. Ze geloven zelfs dat al het werk dat Jezus in Zijn leven deed maar tot zover strekte, alsof God maar zoveel kon doen en verder niets. Is dit niet absurd?” (‘Het mysterie van de vleeswording (1)’ in Het Woord verschijnt in het vlees). “Want wat is uiteindelijk groter: God of de Bijbel? Waarom moet Gods werk met de Bijbel overeenkomen? Kan het zijn dat God het recht niet heeft de Bijbel te overtreffen? Kan God niet afwijken van de Bijbel en ander werk doen? Waarom hielden Jezus en Zijn discipelen zich niet aan de Sabbat? Als Hij Zich aan de Sabbat moest houden en volgens de geboden uit het Oude Testament moest praktiseren, waarom hield Jezus Zich dan niet aan de Sabbat nadat Hij gekomen was, maar waste Hij voeten, bedekte hoofd, brak brood en dronk wijn? Ontbreekt dit niet allemaal aan de geboden van het Oude Testament? Als Jezus het Oude Testament eerde, waarom trotseerde Hij de doctrines dan? Je dient te weten wat eerst kwam, God of de Bijbel! Hij was de Heer van de Sabbat, kon Hij dan niet ook de Heer van de Bijbel zijn?” (‘Over de Bijbel (1)’ in Het Woord verschijnt in het vlees). “Degenen die alleen om de woorden van de Bijbel geven, die zich niet bekommeren om de waarheid of mijn voetsporen zoeken – zij zijn tegen mij, want zij beperken mij volgens de Bijbel en beperken mij in de Bijbel en zijn zo extreem godslasterlijk naar mij. Hoe zouden zulke mensen voor mijn aangezicht kunnen komen? Ze geven geen aandacht aan mijn daden, of mijn wil, of de waarheid, maar in plaats daarvan obsederen ze over woorden, woorden die doden. Hoe zouden zulke mensen verenigbaar met mij kunnen zijn?” (‘Je zou de weg van verenigbaarheid met Christus moeten zoeken’ in Het Woord verschijnt in het vlees).
De zuster communiceerde toen het volgende: “We weten allen dat de Bijbel werd samengesteld en opgesteld op basis van verslagen die mensen vele jaren nadat God Zijn werk uitvoerde op hebben geschreven, en dat de Bijbel ontstond na Gods woorden en werk – zonder Gods werk of woorden zou er geen Bijbel zijn. Om het op een andere manier te zeggen: de Bijbel is slechts een getuigenis van de eerdere woorden en het werk van God. De woorden die God nog niet had gesproken en de werken die Hij nog niet had gedaan, hadden onmogelijk van tevoren in de Bijbel kunnen worden opgenomen. Toen God werken uitvoerde zoals het helemaal aan het begin scheppen van alles, hemel en aarde, toen Hij bijvoorbeeld de wereld door middel van een overstroming verwoestte, toen Hij Sodom met vuur vernietigde en Ninevé redde, was het Oude Testament nog niet geschreven. Het Oude Testament werd samengesteld door volgelingen van God op basis van verzamelde geschriften als de Pentateuch van Mozes, de Psalmen van David en de boeken van Jesaja en Ezechiël. Bovendien verkondigde de Heer Jezus in het Tijdperk van Genade de weg van inkeer, genas de zieken en wierp demonen uit, verrichtte tekenen en wonderen en werd uiteindelijk aan het kruis genageld om de gehele mensheid te verlossen. Niets van dit alles werd in het Oude Testament vastgelegd. In het Oude Testament werden hoogstens profetieën opgetekend over de Messias die zou komen om Zijn werk te doen. Het was echter onmogelijk dat het werk dat de Messias met name zou komen doen vooraf in de Bijbel zou zijn vastgelegd. Pas nadat de Heer Jezus was gekomen om Zijn woorden uit te drukken en nadat Hij Zijn werk had voltooid, tekenden de mensen Zijn woorden en werk op. Het Nieuwe Testament vond pas zijn vorm toen mensen het na het feit begonnen samen te stellen. Op gelijke wijze profeteerde de Heer Jezus dat Hij terug zou komen om het werk uit te voeren van het scheiden van de bokken van de schapen, het werk van het oogsten, het werk van het oordeel beginnende bij het huis van God, het werk van het scheiden van een ieder naar zijn soort, enzovoort. Hoe God deze werken specifiek zou uitvoeren was eenvoudigweg niet gedetailleerd vastgelegd in de Bijbel en het is pas op het moment dat God komt om deze werken te verrichten dat we zullen begrijpen hoe Hij ze precies zal doen.
“Bovendien zijn Gods woorden en werken niet in hun geheel vastgelegd in de Bijbel. Dit is een onbetwistbaar feit. In het Tijdperk van de Wet waren er bijvoorbeeld vele woorden van God die door de profeten zijn overgebracht die niet zijn vastgelegd in de Bijbel, maar die zijn verzameld in de secundaire geschriften. Toen de Heer Jezus Zijn werk uitvoerde en Zijn preken hield in het Tijdperk van Genade, moet Hij ontelbare dingen hebben gezegd. Wat dus is opgetekend in de vier evangeliën van het Nieuwe Testament is niet meer dan een druppel in de oceaan. Net zoals het in het Evangelie van Johannes, hoofdstuk 21, vers 25 staat: “Jezus heeft nog veel meer gedaan: als al zijn daden, een voor een, opgeschreven zouden worden, zou de wereld, denk ik, te klein zijn voor de boeken die dan geschreven moesten worden.” Daarom vormen alle woorden en het werk van God die in de Bijbel worden vermeld slechts het topje van de ijsberg van Zijn woorden en werk. Hoe zouden we dus Gods werk en woorden kunnen beperken tot de Bijbel en zeggen dat er geen woorden of werken buiten de Bijbel om zijn? Is de Heer Jezus geen nieuw werk gestart en heeft Hij geen nieuwe woorden uitgedrukt die verder gingen dan het Oude Testament? Als we geloven dat al Gods woorden en werk binnen de Bijbel zijn te vinden en dat alles wat verder gaat dan de Bijbel niet Gods werk is, zouden we dan niet het werk en de woorden van de Heer Jezus ontkennen? En zouden we dan niet God belasteren? Het is dus duidelijk dat de Bijbel slechts een verslag is van het werk dat God eerder heeft verricht, een getuigenis van Gods werk. Daarom heeft iedereen die de opvatting koestert dat Gods woorden en werk tot de Bijbel zijn beperkt, die gelooft dat de Bijbel de hele waarheid bevat en dat er buiten de Bijbel geen werk of woorden van God bestaan, het faliekant mis. Deze opvatting komt voort uit hun eigen misvattingen en voorstellingen en is een dwaling en een regelrechte leugen bedoeld om mensen te misleiden. Broeder, begrijp je wat ik heb gecommuniceerd?”
Toen ik dit hoorde, voelde ik me van streek en overstuur. Niet meer dan een paar korte passages hadden mijn verkeerde opvattingen uit het verleden volledig blootgelegd. Ze hadden ook de absurditeiten van de hele religieuze wereld, die zich aan de Bijbel vastklampt en die Gods woorden en werk beperken tot alleen de Bijbel, geheel ontmaskerd. Deze paar korte passages hadden ook de natuur van het ons vastklampen aan de Bijbel en de gevolgen hiervan aan het licht gebracht. De woorden van Almachtige God waren inderdaad de waarheid en geen menselijk wezen zou ooit zulke woorden kunnen hebben geschreven. Ik heb vele spirituele boeken gelezen, maar geen woorden hebben ooit mijn hart ontroerd op de manier waarop de woorden van Almachtige God dit hadden gedaan. Geen wonder dat degenen die Bliksem uit het oosten geloofden zo’n groot geloof hadden en Almachtige God zo onverstoorbaar volgden. Ik realiseerde me dat hun geloof groter en groter was gegroeid omdat ze de waarheid van Gods woorden begrepen en omdat hun levens waren voorzien. Al deze resultaten werden gerealiseerd door de woorden van God!
Voorzien van het levende water zie en denk ik helder
Na mijn ontmoeting met de zusters las ik gretig twee keer achter elkaar, zonder onderbreking ‘Over de Bijbel (1)’ tot ‘Over de Bijbel (4)’. Hoe meer ik las, hoe meer licht mijn hart binnendrong en ik begreep dat de Bijbel slechts een historisch verslag was van Gods twee eerdere werkfasen. Bovendien waren de verslagen in de Bijbel beperkt. Vanaf het moment dat God hemel en aarde schiep via het Tijdperk van de Wet waarin Hij het leven van de mensheid op aarde leidde, tot het moment waarop de Heer Jezus de mensheid in het Tijdperk van Genade verloste, voerde God ontelbare werken aan de mens uit en sprak Hij ontelbare woorden, hoe zou het dus mogelijk kunnen zijn dat het Nieuwe en Oude Testament alles bevatten? Bovendien profeteerde de Heer Jezus duidelijk: “Ik heb jullie nog veel meer te zeggen, maar jullie kunnen het nog niet verdragen. De Geest van de waarheid zal jullie, wanneer hij komt, de weg wijzen naar de volle waarheid” (Johannes 16:12–13). “Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt” (Openbaring 2:7). In deze profetieën vertelt God ons duidelijk dat Hij, wanneer Hij wederkomt in de laatste dagen, Zijn waarheden zal uitdrukken en tot de kerken zal spreken, en dat Hij ons vele waarheden zal vertellen die we op dit moment niet begrijpen. Hou zouden we dan mee kunnen blijven doen met de voorgangers en ouderlingen van de religieuze wereld die Gods woorden en werk beperken tot alleen de Bijbel en zeggen dat er geen woorden en werk zijn buiten de Bijbel? Ontkennen we door dit te doen niet de woorden van de Heer Jezus en zetten we onszelf niet tegen God op? Bovendien is Gods werk altijd nieuw en nooit oud en baseert Hij geen enkele fase van Zijn werk op de Bijbel. Hij voert veeleer nieuwere werken buiten de Bijbel om uit en brengt ons nieuwere paden van de praktijk. Hoe kunnen we dan zeggen dat iets dat verder gaat dan de Bijbel niet Gods woorden of Gods werk is? Wanneer ik Gods woorden en werk zou beperken tot de Bijbel en de Bijbel zou gebruiken om God te vervangen, zou ik dan niet God met verachting behandelen en me godslasterlijk tegenover Hem gedragen? Zou ik dan niet enorm arrogant en onwetend zijn?
Ik herinner me Gods liefde met dankbaarheid
Toen ik terugdacht aan de jaren waarin ik in de Heer geloofde, realiseerde ik me dat ik, omdat ik me zo halsstarrig aan de Bijbel vastklampte, Gods woorden en werk beperkte tot de Bijbel en geloofde dat alle waarheden die de Bijbel bevatte de volledige waarheid vormden, en dat het onmogelijk was dat er ook maar enig werk of woord van God buiten de Bijbel zou bestaan. Ik weigerde daarom keer op keer Gods werk van de laatste dagen te zoeken en te bestuderen, en ik deed mee met voorgangers en ouderlingen, in de overtuiging dat ik “de kudde bewaakte en de weg van de Heer behoedde”, terwijl ik eigenlijk slechts mijn broeders en zusters hinderde bij het zoeken en bestuderen van Gods nieuwe werk – ik was echt zo arrogant en onwetend geweest! Toen ik hierover nadacht, voelde ik spijt, verweet ik mezelf dit en betreurde grondig het feit dat ik het evangelie van de wederkomst van de Heer niet had gezocht of bestudeerd toen ik er voor het eerste over hoorde, maar het in plaats daarvan verwierp. Uiteindelijk werd ik niet alleen iemand die weliswaar verlangde naar de komst van de Heer maar zich tegen Hem verzette, maar schaadde ik ook mijn broeders en zusters! En toch toonde God me genade en zond Hij me keer op keer broeders en zusters om me het evangelie te prediken. Dit was werkelijk God die me zoveel goedheid en genade toonde! Het waren de woorden van Almachtige God die mijn religieuze misvattingen hadden rechtgezet, en het was Gods liefde die me bij elke stap van de weg leidde en me in staat stelde om Gods werk van de laatste dagen bij te houden. Aan God zij dank!
De bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands
uit ‘De Kerk van Almachtige God’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten