2019-12-10

Degenen die onverenigbaar zijn met Christus zijn beslist tegenstanders van God

Alle mensen willen graag het werkelijke gelaat van Jezus zien en allen verlangen bij Hem te zijn. Ik geloof dat geen enkele broeder of zuster zou zeggen dat hij of zij Jezus niet wil zien of niet bij Hem wil zijn. Voordat jullie Jezus gezien hebben, dat wil zeggen, voordat jullie de geïncarneerde God gezien hebben, koesteren jullie waarschijnlijk allerlei ideeën, bijvoorbeeld over Jezus’ verschijning, Zijn manier van spreken, Zijn manier van leven, enzovoort. Echter, als jullie Hem werkelijk gezien hebben, zullen jullie ideeën snel veranderen.

 Waarom gebeurt dat? Willen jullie dat weten? Terwijl het waar is dat het denken van de mens niet over het hoofd kan worden gezien, is het zelfs nog ontoelaatbaarder voor de mens om het wezen van Christus te veranderen. Jullie beschouwen Christus als een onsterfelijke of een wijsgeer, maar niemand beschouwt Christus als een normaal mens met een goddelijke essentie. Daarom zijn velen die er dag en nacht naar verlangen om God te zien in werkelijkheid vijanden van God en onverenigbaar met Hem. Is dit niet een fout van de kant van de mens? Zelfs nu denken jullie nog steeds dat jullie geloof en loyaliteit voldoende zijn om jullie waardig te maken om het gelaat van Christus te zien, maar ik spoor jullie aan je toe te rusten met dingen die meer praktisch zijn! Dit doe ik omdat in het verleden, het heden en de toekomst velen van degenen die in contact komen met Christus hebben gefaald of zullen falen; zij spelen allemaal de rol van de farizeeën. Wat is de reden voor jullie falen? Dat komt nu juist omdat er in jullie opvattingen een God bestaat die verheven is en bewondering verdient. Maar de waarheid is niet zoals de mens zou willen. Niet alleen is Christus niet verheven, maar Hij is bijzonder klein; niet alleen is Hij een mens, maar Hij is een gewone mens; niet alleen kan Hij niet opstijgen naar de hemel, maar Hij kan zich zelfs niet vrij over de aarde bewegen. En omdat dit het geval is, behandelen mensen Hem zoals ze een gewone mens zouden behandelen; ze behandelen Hem nonchalant wanneer ze met Hem zijn, en ze spreken achteloos tegen Hem, terwijl ze nog steeds wachten op de komst van de ‘werkelijke Christus’. Jullie beschouwen de Christus die al gekomen is als een gewone mens, en Zijn woord als dat van een gewone mens. Daarom hebben jullie niets ontvangen van Christus. In plaats daarvan hebben jullie je eigen slechtheid volledig en in het volle licht tentoongesteld.

Voorafgaand aan je contact met Christus geloof je wellicht dat je gezindheid volledig getransformeerd is, dat je een loyale volgeling van Christus bent, en dat jij de meest waardige persoon bent om de zegeningen van Christus te ontvangen. En je gelooft ook dat je, omdat je veel gereisd hebt, veel werk hebt gedaan, en veel vruchten hebt voortgebracht, zeker iemand bent die aan het eind de kroon ontvangt. Maar er is één waarheid die je misschien niet kent: de verdorven gezindheid van de mens en zijn opstandigheid en weerstand komen aan het licht als hij Christus ziet – en de opstandigheid en weerstand die op dat moment aan het licht komen, komen volkomen en volledig aan het licht, meer dan op enig ander moment. Omdat Christus de Mensenzoon is – een Mensenzoon die normale menselijkheid heeft – eert of respecteert de mens Hem niet. Omdat God in het vlees leeft, komt de opstandigheid van de mens zo duidelijk en in levendig detail aan het licht. Dus ik zeg dat de komst van Christus alle opstandigheid van de mensheid tevoorschijn heeft doen komen en de natuur van de mensheid duidelijk in de schijnwerpers heeft gezet. Dit wordt ook genoemd: ‘een tijger van de berg lokken’, en ‘een wolf uit zijn grot lokken’. Durf je te veronderstellen dat je loyaal aan God bent? Durf je te veronderstellen dat je absolute gehoorzaamheid aan God toont? Durf je te veronderstellen dat je niet opstandig bent? Sommigen zullen zeggen: als God mij in een nieuwe omgeving plaatst, dan onderwerp ik mij steevast zonder morren, en bovendien koester ik geen opvattingen over God. Sommigen zullen zeggen: welke taak God mij ook geeft, ik vervul die zo goed als ik kan en zonder enige nalatigheid. In dat geval, vraag ik jullie het volgende: kunnen jullie verenigbaar zijn met Christus als jullie met Hem leven? En hoe lang zijn jullie verenigbaar met Hem? Eén dag? Twee dagen? Eén uur? Twee uur? Jullie geloof is dan misschien prijzenswaardig, maar jullie zijn niet erg standvastig. Als je werkelijk met Christus leeft dan komt je zelfgenoegzaamheid en zelfingenomenheid stukje bij beetje aan het licht door je woorden en daden; en ook je aanmatigende begeerten, je ongehoorzame instelling en ontevredenheid worden vanzelfsprekend openbaar. Ten slotte wordt je arrogantie steeds groter totdat je op even gespannen voet staat met Christus, als water met vuur – en dan zal je aard volledig aan het licht komen. Op dat moment kunnen je opvattingen niet langer verborgen blijven, en ook je klachten zullen spontaan tot uitdrukking komen, en je ontaarde menselijkheid zal volledig aan het licht komen. Echter, zelfs dan zul je je eigen opstandigheid blijven ontkennen. In plaats daarvan geloof je dat een Christus zoals deze niet gemakkelijk door de mens aanvaard kan worden, dat Hij te veeleisend is ten aanzien van de mens, en dat je je volledig zou onderwerpen als Hij alleen maar een wat vriendelijker Christus was. Jullie geloven dat jullie je opstandigheid altijd kunnen rechtvaardigen, en dat jullie alleen opstandig tegen Hem zijn nadat Christus jullie tot over een bepaalde grens heeft gedreven. Nooit hebben jullie bedacht dat jullie hebben gefaald om Christus als God te beschouwen en ook in jullie intentie om Hem te gehoorzamen. Maar je houdt liever hardnekkig vol dat Christus moet werken volgens jouw wensen, en zodra er maar één ding is waarin Hij dat niet doet, dan geloof je dat Hij geen God is, maar een mens. Zijn er niet velen onder jullie die het met Hem op deze manier aan de stok hebben gehad? Wie is dit nu eigenlijk in wie jullie geloven? En op welke manier zoeken jullie?

Jullie verlangen er altijd naar Christus te zien, maar ik spoor jullie aan jezelf niet zo hoog te achten; iedereen kan Christus zien, maar ik zeg dat niemand geschikt is om Christus te zien. De natuur van de mens is vervuld van kwaad, arrogantie en opstandigheid, en op het moment dat je Christus ziet, zal je natuur je vernietigen en je ten dode veroordelen. Je omgang met een broeder (of een zuster) zegt wellicht niet zoveel over je, maar het is niet zo gemakkelijk wanneer je omgaat met Christus. Op elk moment kunnen je opvattingen wortel schieten, kan je arrogantie groeien, en kan je opstandigheid vrucht dragen. Hoe kun je met zo’n menselijkheid geschikt zijn om met Christus om te gaan? Ben je werkelijk in staat om Hem te behandelen als God, elk moment van elke dag? Zul je werkelijk de realiteit hebben van onderwerping aan God? Jullie aanbidden de verheven God in jullie hart als Jehova, terwijl jullie de zichtbare Christus beschouwen als mens. Jullie verstand is té inferieur en jullie menselijkheid is té zeer ontaard! Jullie zijn niet in staat om Christus altijd als God te beschouwen; alleen bij gelegenheid, als je het graag wilt, grijp je je aan Hem vast en aanbid je Hem als God. Dit is de reden dat ik zeg dat jullie niet in God geloven, maar dat jullie een groep handlangers zijn die tegen Christus vechten. Zelfs mensen die vriendelijk zijn voor anderen worden beloond, maar Christus, die zo’n werk onder jullie gedaan heeft, heeft van de mens noch liefde, noch vergoeding of onderwerping ontvangen. Is dat niet iets hartverscheurends?

Misschien heb je gedurende je jaren van geloof in God nooit iemand vervloekt of nooit een slechte daad begaan, maar kun je, in je omgang met Christus, toch de waarheid niet spreken, niet eerlijk handelen, en niet het woord van Christus gehoorzamen; in dat geval zeg ik dat je de meest duistere en kwaadaardige persoon ter wereld bent. Misschien ben je uitzonderlijk hartelijk en toegewijd aan je familieleden, vrienden, vrouw (of man), zonen en dochters en ouders, en maak je nooit misbruik van anderen. Echter, als je niet verenigbaar en in harmonie met Christus bent – zelfs als je al het jouwe uitput om je naasten te helpen of zorgvuldig te zorgen voor je vader, moeder en gezinsleden – dan zeg ik dat je nog steeds slecht bent, en bovendien vol van sluwe listen. Denk niet dat je verenigbaar bent met Christus alleen maar omdat je goed met anderen omgaat of een paar goede daden doet. Denk je dat je met je liefdadige bedoeling een zegen van de hemel kunt ontfutselen? Denk je dat het doen van een paar goede daden je gehoorzaamheid kan vervangen? Niemand van jullie kan accepteren om behandeld en gesnoeid te worden en iedereen vindt het moeilijk om de normale menselijkheid van Christus te aanvaarden, ondanks dat jullie steeds rondbazuinen over jullie gehoorzaamheid aan God. Zo’n geloof als dat van jullie zal een passende vergelding met zich meebrengen. Geef je niet langer over aan fantasierijke illusies en het verlangen Christus te zien, want jullie zijn te klein van gestalte, zelfs zo dat jullie het niet eens waard zijn om Hem te zien. Als je volledig gereinigd bent van je opstandigheid en in harmonie met Christus kunt zijn, dan zal op dat moment God vanzelfsprekend aan je verschijnen. Als je God wilt zien zonder dat je gesnoeid bent of oordeel ondergaan hebt, dan zul je beslist een tegenstander van God worden en dan ben je bestemd voor vernietiging. De natuur van de mens is intrinsiek vijandig ten opzichte van God, want alle mensen zijn onderworpen aan Satans meest diepgaande verdorvenheid. Als de mens probeert met God om te gaan vanuit zijn eigen verdorvenheid, dan staat vast dat daar niets goeds uit kan voortkomen; zijn daden en woorden zullen beslist en telkens weer zijn verdorvenheid aan het licht doen komen, en in zijn omgang met God zal zijn opstandigheid in elk opzicht openbaar worden. Onbewust komt de mens in opstand tegen Christus, gaat hij Christus bedriegen, en Christus verloochenen; als dit gebeurt komt de mens in een nog hachelijker situatie, en als dit voortduurt wordt hij aan straf onderworpen.

Sommigen geloven wellicht dat, als omgang met God zo gevaarlijk is, het misschien verstandiger is om God op afstand te houden. Wat kunnen zulke mensen eventueel winnen? Kunnen ze loyaal aan God zijn? Zeker, omgang met God is heel moeilijk, maar dat is alleen omdat de mens verdorven is en niet omdat God niet in staat is om met hem om te gaan. Het zou het beste voor jullie zijn als je meer moeite deed voor de waarheid om jezelf te kennen. Waarom hebben jullie geen gunst gevonden bij God? Waarom is jullie gezindheid weerzinwekkend voor Hem? Waarom roept jullie spreken Zijn afkeer op? Zodra jullie een beetje loyaliteit hebben getoond zijn jullie trots op jezelf en eisen jullie een beloning voor een kleine bijdrage. Jullie kijken op anderen neer als jullie een greintje gehoorzaamheid hebben getoond, en jullie worden minachtend naar God als jullie een kleine taak hebben verricht. Voor het ontvangen van God vraag je geld, giften en complimenten. Het geeft jullie hartzeer om één of twee munten te geven; en als je er tien geeft, wens je zegeningen te ontvangen en met aanzien behandeld te worden. Een menselijkheid als die van jullie is werkelijk aanstootgevend om over te spreken of van te horen. Is er iets prijzenswaardig in jullie woorden en daden? Zowel degenen die hun plicht vervullen als degenen die dat niet doen, zowel degenen die leiden als die volgen, zowel degenen die God ontvangen als degenen die dat niet doen, zowel degenen die geven als degenen die dat niet doen, zowel degenen die preken als degenen die het woord ontvangen, enzovoort: al deze mensen prijzen zichzelf. Vinden jullie dit niet belachelijk? Jullie weten heel goed dat je in God gelooft, maar jullie kunnen je toch niet met God verenigen. Terwijl jullie heel goed weten dat jullie totaal niets waard zijn, volharden jullie in opschepperij. Voelen jullie niet dat jullie verstand verslechterd is, zo erg dat jullie geen zelfcontrole meer hebben? Hoe kunnen jullie met een dergelijk verstand geschikt zijn om met God om te gaan? Zijn jullie niet bang voor jezelf op dit punt? Jullie gezindheid is al verslechterd tot het punt waar je niet verenigbaar kunt zijn met God. Nu dit het geval is, is jullie geloof dan niet belachelijk? Is jullie geloof niet bespottelijk? Hoe ga je je toekomst aanpakken? Hoe ga je het pad kiezen waarop je gaat wandelen?

uit ‘De Kerk van Almachtige God

Geen opmerkingen:

Een reactie posten