2020-01-02

Hoe ik God verheerlijkte en getuigenis van Hem aflegde was zo absurd

Door Zhang Cheng, provincie Shandong

Iedere keer als ik zag dat sommige leiders en medewerkers in de kerk antichrist werden en door God werden geëlimineerd, omdat ze altijd van zichzelf getuigenis aflegden en broeders en zusters voor zichzelf brachten, waarschuwde ik mezelf: Ik moet er goed voor zorgen dat ik God in alle zaken verheerlijk en getuigenis van Hem afleg. Onder geen enkele omstandigheid mag ik opscheppen of mezelf verheerlijken, zodat ik geen voet op het pad der verliezers zet. En dus concentreerde ik me bij iedere communicatie op het blootleggen van mijn eigen verdorvenheid en sprak ik nooit over de beoefening of de intrede vanuit de positieve kant. Als anderen zeiden dat er een kleine intrede of verandering is mij had plaatsgevonden, ontkende ik dat stellig. 

Met die praktijk dacht ik dat ik God verheerlijkte en getuigenis van Hem aflegde.

Op een dag hoorde ik deze woorden uit een communicatie: “De kennis van sommige mensen over verheerlijken en getuigenis afleggen van God is onvolledig. Wat ze dus in praktijk brengen is niet geheel correct. Ze denken dat praten over het ervaren van Gods werk vooral betekent dat ze moeten praten over het kennen van hun eigen verdorvenheid, het blootleggen van hun eigen verdorvenheid, het oefenen van vrijuit spreken en de analyse van hun eigen verdorvenheid openbaren – dat alleen dat God verheerlijken en getuigenis van Hem afleggen is. Wanneer je over dergelijke aspecten van ervaring en getuigenis spreekt als veranderingen in jezelf en het proces waardoor jezelf verandert, of je intrede in de realiteit, leg je eigenlijk van jezelf getuigenis af en niet van God. Is dergelijke kennis juist? Komt praten over het proces waardoor je verandering ervaart neer op een getuigenis van jezelf? Nee, dat is niet zo. [...] Wat we moeten begrijpen is dat om mensen zo effectief mogelijk voor God te brengen, het effect beperkt is en niet ideaal wanneer je alleen maar spreekt over negatieve ervaringen en niets zegt over het positieve binnengaan. De mensen zijn nog steeds zonder pad. Gedurende jullie communicaties zien anderen alleen maar hoe jij jezelf openstelt, hoe je jezelf ontleedt en hoe je jezelf blootlegt. Maar hoe zit het dan met jouw positieve intrede, en met jouw beoefening? Wat voor een pad om te beoefenen bied je de mensen? Je hebt de mensen niet verteld hoe ze van nu af aan dienen te beoefenen. [...] Sommige mensen begrijpen niet wat het is om getuigenis af te leggen van zichzelf. Ze denken dat ze getuigenis van zichzelf afleggen als ze over hun positieve aspecten praten en over het aspect van hun intrede in de realiteit – maar eigenlijk is dit een betere getuigenis van God, een meer perfecte getuigenis van God. Dat wij tot een beetje realiteit in staat zijn, tot een paar goede daden, tot enige trouw in het uitvoeren van onze taken – is dat niet de liefde van God? Is dat niet de genade van God? Is dat niet de uitwerking van het werk van de Heilige Geest? Door over zulke dingen in verbondenheid te communiceren, kun je beter getuigen van Gods almacht, van hoe het werk van God het werk is van de redding van de mens, van hoe de woorden van God mensen kunnen veranderen en hen volmaakt kunnen maken en redden. Zo is het dus nodig voor een getuigenis van het werk van God dat je spreekt over je eigen positieve intrede, over hoe je van onmogelijk kunnen intreden ging tot uiteindelijk wel kunnen. Van hoe je van jezelf onmogelijk kunnen kennen ging tot dat uiteindelijk wel kunnen, en tot het wezen kunnen kennen van je natuur. Van hoe je van verzet en rebellie tegen God ging tot je mogelijkheid Hem te gehoorzamen, Hem tevreden te stellen en getuigenis van Hem af te leggen. Als je dergelijke ervaringen en getuigenissen in hun geheel kunt overbrengen, dan is je getuigenis van God totaal en volledig. Alleen dat is God verheerlijken en getuigenis afleggen van God in de ware zin. [...] Als je het alleen maar voortdurend over je eigen verdorvenheid en lelijkheid kunt hebben, en als je na 10 jaar of meer nog niets over veranderingen in jezelf weet te zeggen, is dat dan God verheerlijken en getuigenis afleggen van God? Is dat God loven? Kan dat getuigen van de almacht van het werk van God? [...] Als mensen door jouw getuigenis negatief worden en van God afdwalen, dan is dat geen getuigenis. Jouw werk verzet zich tegen God, het is het werk van Satan, het werk dat God tegenwerkt” (‘Vragen & antwoorden’ in ‘Preken en communicatie III’). Toen ik dit hoorde, realiseerde ik me plotseling dat ik God niet verheerlijkte en getuigenis van Hem aflegde als ik mezelf volhardend blootgaf en sprak over de openbaring van mijn eigen verdorvenheid. De ware getuigenis en verheerlijking van God houdt niet alleen in dat je moet praten over hoe je je eigen verdorven wezen leert kennen terwijl je Gods oordeels- en tuchtigingswerk ervaart. Het is belangrijker dat je iets zegt over je positieve beoefening en intrede. Bijvoorbeeld: welke waarheden heb je leren kennen, wat ben je te weten gekomen over God, wat is de invloed van Gods werk op jou geweest, welke veranderingen hebben zich in jouw oude gezindheid voltrokken, enzovoort. Als je oprecht over deze aspecten van ervaring en kennis spreekt, door middel van de eigenlijke ervaringen die je communiceert, dan laat je je broeders en zusters de kennis van God verkrijgen, dan laat je hun zien dat het werk van God echt mensen kan redden en veranderen en zo creëer je in hen een waar geloof ten opzichte van God. Tegelijkertijd bied je hun een pad van beoefening en intrede, informeer je hen over hoe ze God moeten tevredenstellen en hoe ze de werkelijkheid van Gods woorden moeten binnengaan. Alleen dat is daadwerkelijk God verheerlijken en getuigenis afleggen van God, en alleen zo’n getuigenis kan Satan te schande brengen. Mijn idee van God verheerlijken en getuigenis afleggen van Hem was daarentegen te eenzijdig geweest, te absurd. Ik dacht dat God verheerlijken en getuigenis afleggen van Hem bestond uit meer over mijn eigen verdorvenheid zeggen tegenover de broeders en zusters, zodat ze een lage dunk van me zouden hebben. Ik dacht dat ik mezelf verheerlijkte en getuigenis van mezelf aflegde als ik sprak over mijn positieve aspecten van intrede. Ik was zo dom! Op dit moment kan ik alleen maar over mijn beoefening nadenken en over het effect van de verheerlijking van God en het getuigenis van Hem afleggen.

Ik herinner me hoe een zuster die mij te gast had mij op een keer zei: “Jullie leiders hebben je gezin en je carrière opgegeven om je plichten ver van huis uit te voeren, jullie hebben veel ontbering geleden, veel meegemaakt en jullie zijn veel waarheden gaan begrijpen. In jullie allemaal is enige intrede en verandering aanwezig. Maar omdat ik thuisblijf ben ik te zeer gevangen in mijn vlees, de keren dat mijn hart vrede vindt voor God zijn te schaars en in mij is er geen verandering geweest. Ik zou zo graag zijn als jullie.” Toen ik dit hoorde dacht ik bij mezelf: Ik moet God verheerlijken en getuigenis afleggen van Hem, ik moet over mijn eigen verdorvenheid communiceren en niet over mijn eigen veranderingen spreken. Anders krijgt deze zuster een hoge dunk van mij. Bijgevolg zorgde ik ervoor dat ik sprak over hoe ik in het verleden arrogant was en ongehoorzaam aan de ordening van de kerk bij de vervulling van mijn plicht, over hoe ik niet met mijn broeders en zusters op kon schieten, over hoeveel van wat ik zei door onwaarheden was besmet, over hoe ik mensen probeerde te bedriegen en verdenking koesterde over mensen … Nadat de zuster mijn communicatie had gehoord, zei ze: “Ik dacht dat jullie allemaal min of meer helemaal veranderd waren. Maar nu blijkt dat jullie ook niet zijn veranderd. Hé? Geen van jullie is veranderd, wat mij eigenlijk alleen maar nog slechter maakt.” De zuster had daarna weliswaar geen hoge dunk meer van mij en keek niet meer tegen mij op, maar ze werd negatief als gevolg en dacht dat ze niet meer kon hopen op redding. Op een dag sprak ik met de broeders en zusters op een bijeenkomst over één aspect van mijn verdorvenheid: hoe ik opvattingen over God had. Ik praatte alleen maar over hoe ik opvattingen over God had, niet over hoe ik deze opvattingen oploste. Toen bleek dat de broeders en zusters dergelijke opvattingen niet hadden, maar nadat ze mijn communicatie hadden gehoord, hadden ze deze wel. En zo kan ik doorgaan. Dit was het effect van mijn veronderstelde verheerlijking en getuigenis van God. De verheerlijking en getuigenis van God die ik beoefende, getuigde niet alleen niet van het gezag en de majesteit van God, maar gaven de broeders en zusters zelfs twijfel en opvattingen over Gods werk van mensen redden, veranderen en vervolmaken. Ze verloren hun geloof in redding en hadden geen motivatie meer om de waarheid te zoeken of het voornemen actief mee te werken. De verheerlijking en getuigenis van God die ik beoefende getuigde voor de mensen niet van de vriendelijkheid, lieftalligheid en rechtvaardigheid van God, het getuigde niet van de welwillende bedoelingen van God om de mens te redden, om Gods liefde aan de mensen te laten zien en hen God te laten kennen. In plaats daarvan creëerde het in de broeders en zusters opvattingen en misvattingen over God, en leefden zij in de verkeerde gesteldheid. Hoe verheerlijkte ik dan God en legde ik getuigenis van Hem af? Ik verspreidde gewoon negativiteit en liet de dood vrij. In wezen schaadde ik de mensen en riep vernietiging af over hen. Hoewel het er aan de buitenkant niet uitzag alsof ik een duidelijk kwaad had gedaan, was het wezen van mijn handelingen tegen God gericht. Het zaaide onvrede in de verhouding van de mens tot God, het was een aanval op de positiviteit van de broeders en zusters en ze raakten hierdoor verder van God verwijderd. Ik beging een kwade daad, zo was het gewoon! Dit wordt echt door God veracht en gehaat!

Ik dank God dat Hij mij heeft verlicht over wat het betekent om God echt te verheerlijken en echt van Hem te getuigen, dat Hij mij heeft laten weten hoe absurd mijn begrip van verheerlijking en getuigenis van God was, dat Hij mij heeft laten zien dat mijn veronderstelde verheerlijking en getuigenis van God in wezen een ernstig verzet tegen God was. Als ik zo door was gegaan zou ik uiteindelijk alleen maar geëlimineerd en gestraft worden omdat ik God had gediend maar me tegen Hem had verzet. Vanaf die dag streefde ik ernaar mijn absurde manier van beoefening te veranderen. Als ik over mezelf kennen communiceer, moet ik meer spreken over het pad naar positieve intrede en over getuigenis van Gods woorden ervaren en in praktijk brengen. Ik moet over alles wat ik heb geleerd getuigenis afleggen, zodat de broeders en zusters met behulp van mijn ervaringen en kennis de wil van God kunnen begrijpen, het werk van God kunnen ervaren en kennis over God kunnen bereiken waardoor ik ze waarlijk voor God breng.

uit ‘De Kerk van Almachtige God

Geen opmerkingen:

Een reactie posten