Johannes werkte zeven jaar voor Jezus en had de weg al geëffend toen Jezus kwam. Voor die tijd werd het evangelie van het koninkrijk van de hemel, door Johannes gepredikt door het hele land gehoord, zodat het zich verspreidde door Judea en iedereen hem een profeet noemde. In die tijd wenste Koning Herodes Johannes te doden, maar dat durfde hij niet, want Johannes stond in hoog aanzien bij de mensen, en Herodes was bang dat als hij Johannes zou doden, ze tegen hem in opstand zouden komen. Het werk dat door Johannes gedaan was wortelde zich onder het gewone volk, en hij maakte gelovigen van de Joden.
Zeven jaar lang effende hij de weg voor Jezus, tot aan het moment dat Jezus met Zijn bediening begon. En dus was Johannes de grootste van alle profeten. Jezus begon pas officieel met Zijn werk nadat Johannes gevangen was gezet. Voor Johannes was er nooit een profeet geweest die de weg effende voor God, omdat God voor Jezus nooit vleesgeworden was. En aldus, van alle profeten die aan Johannes vooraf gingen, was hij de enige die de weg baande voor de vleesgeworden God, en op deze manier werd Johannes de grootste profeet van het Oude en het Nieuwe Testament. Johannes begon met het verspreiden van het evangelie van het koninkrijk van de hemel zeven jaar voor de doop van Jezus. Voor de mensen leek het alsof het werk dat hij deed boven het daaropvolgende werk van Jezus stond, maar desondanks was hij nog altijd slechts een profeet. Hij werkte en sprak niet in de tempel, maar in de stadjes en dorpjes er buiten. Dit deed hij natuurlijk onder de Joodse natie, en dan in het bijzonder degenen die armoede leden. Johannes kwam zelden in aanraking met mensen van de bovenlaag van de maatschappij, en verspreidde alleen het evangelie onder de gewone mensen van Judea om de juiste mensen voor te bereiden op de Heer Jezus, en geschikte plaatsen klaar te maken waar Hij kon gaan werken. Met een profeet als Johannes om de weg te effenen was de Heer Jezus in staat om direct de weg van Zijn kruis op te gaan zodra Hij aankwam. Toen God vlees werd om Zijn werk te doen, hoefde Hij zich niet bezig te houden met het uitkiezen van mensen, en was het niet nodig persoonlijk mensen of een plaats te zoeken om in te werken. Hij deed zulk werk niet toen Hij kwam; de juiste persoon had alles al voorbereid voor Hem voordat Hij kwam. Johannes had dit werk al voltooid voordat Jezus aan Zijn werk begon, want toen de vleesgeworden God kwam om Zijn werk te doen, ging hij direct aan het werk aan degenen die lang op Hem gewacht hadden. Jezus was niet gekomen om het werk van de mens te doen, of het werk van rectificatie dat de mens moest doen. Hij was enkel gekomen om de bediening te volbrengen die Hij moest volbrengen, en al het andere had niets met Hem te maken. Toen Johannes kwam deed hij niets anders dan vanuit de tempel en vanuit de Joden een groep mensen bijeen te brengen die het evangelie van het koninkrijk van de hemel aannamen, zodat zij de objecten mochten worden van het werk van de Heer Jezus. Johannes werkte zeven jaar, wat wil zeggen dat hij het evangelie zeven jaar lang verspreidde. Tijdens zijn werk verrichtte Johannes niet veel wonderen, want zijn werk was het effenen van de weg, het was het werk van voorbereiding. Al het andere werk dat Jezus zou gaan doen had niets met hem te maken; hij vroeg de mensen alleen om hun zonden te belijden en zich te bekeren, en hij doopte mensen, zodat ze gered konden worden. Ofschoon hij een nieuw werk deed, en een pad opende waar de mens nog nooit over had gelopen, effende hij toch slechts de weg voor Jezus. Hij was alleen een profeet die het werk van de voorbereiding deed, en was niet in staat het werk van Jezus te doen. Alhoewel Jezus niet de eerste was die het evangelie van het koninkrijk van de hemel predikte en hoewel Hij verder ging op het pad dat Johannes gestart was, was er toch niemand anders die Zijn werk kon doen, en het was hoger dan het werk van Johannes. Jezus kon Zijn eigen weg niet voorbereiden; Zijn werk werd rechtstreeks namens God uitgevoerd. En dus, hoeveel jaren Johannes ook werkte, hij was nog steeds een profeet, en nog steeds iemand die de weg effende. De drie jaar werk die Jezus deed overtroffen de zeven jaar van Johannes, want de inhoud van Zijn werk was niet hetzelfde. Toen Jezus Zijn bediening begon, wat ook het einde markeerde van het werk van Johannes, had Johannes genoeg mensen en plaatsen voorbereid die de Heer Jezus kon gebruiken, en het waren er genoeg voor de Heer Jezus om drie jaar werk te beginnen. En aldus, zodra het werk van Johannes afgelopen was, begon de Heer Jezus officieel met Zijn eigen werk, en werden de woorden die door Johannes waren gesproken terzijde geworpen. Dat komt doordat het werk dat door Johannes gedaan was alleen bedoeld was als een overgangsfase, en zijn woorden waren niet de woorden des levens die de mens naar nieuwe groei zouden leiden; zijn woorden waren uiteindelijk maar voor tijdelijk gebruik.
Het werk dat Jezus deed was niet bovennatuurlijk; er ging een procedure aan vooraf, en alles ontwikkelde zich volgens de normale wetten van dingen. Toen de laatste zes maanden van Zijn leven waren aangebroken, wist Jezus met zekerheid dat Hij was gekomen om dit werk te doen, en wist Hij dat Hij was gekomen om aan het kruis genageld te worden. Voordat Hij werd gekruisigd bad Jezus voortdurend tot God de Vader, net zoals Hij drie keer bad in de Hof van Gethsemane. Nadat Hij gedoopt was voerde Jezus Zijn bediening drie-en-een-half jaar uit, en Zijn officiële werk duurde twee-en-een-half jaar. Gedurende het eerste jaar werd Hij beschuldigd door Satan en gehinderd door de mens, en was Hij blootgesteld aan de verleiding van de mens. Hij overwon vele verleidingen terwijl Hij zijn werk uitvoerde. Tijdens de laatste zes maanden, toen Jezus weldra gekruisigd zou worden, kwamen uit de mond van Petrus de woorden dat Hij de Zoon van de levende God was, dat Hij de Christus was. Pas toen werd Zijn werk aan iedereen bekend, en pas toen werd Zijn identiteit aan het publiek geopenbaard. Daarna vertelde Jezus Zijn discipelen dat Hij gekruisigd moest worden ter wille van de mensheid, en dat Hij drie dagen later weer zou verrijzen; en dat Hij was gekomen om het werk van verlossing te doen, en dat Hij de Redder was. Pas in de laatste zes maanden maakte Hij Zijn identiteit en het werk dat Hij van plan was te doen, bekend. Dit was ook het moment van God, en het werk moest op die manier uitgevoerd worden. In die tijd was een deel van het werk van Jezus in overeenstemming met het Oude Testament, zowel met de wetten van Mozes als met de woorden van Jehova tijdens het Tijdperk van de Wet. Jezus gebruikte die allemaal om een deel van Zijn werk te doen. Hij predikte tot de mensen en onderwees hen in de synagogen, en Hij gebruikte de voorzeggingen van de profeten in het Oude Testament om de farizeeërs te berispen die vijandig tegenover Hem stonden, en gebruikte de woorden in de Schrift om hun ongehoorzaamheid te ontmaskeren en hen aldus te veroordelen. Want zij verachtten wat Jezus gedaan had; in het bijzonder omdat veel van het werk van Jezus niet volgens de wetten in de Schrift was, en bovendien was wat Hij onderwees hoger dan hun eigen woorden, en zelfs nog hoger dan wat was voorzegd door de profeten in de Schrift. Het werk van Jezus was enkel ten behoeve van de verlossing van de mens en de kruisiging. Daarom was het niet nodig dat Hij meer woorden sprak om enig mens te overwinnen. Veel van wat Hij de mens onderwees was genomen uit de woorden van de Schrift, en zelfs Zijn werk oversteeg de Schrift niet, toch was Hij in staat het werk van de kruisiging te volbrengen. Zijn werk was niet het werk van het woord, noch was het bedoeld om de mensheid te overwinnen, maar om de mensheid te verlossen. Hij handelde alleen als het zondoffer voor de mensheid en handelde niet als de bron van het woord voor de mensheid. Hij deed niet het werk van de heidenen, wat het werk van het overwinnen van de mensheid was, maar deed het werk van de kruisiging, werk dat werd gedaan onder degenen die geloofden dat er een God was. Ook al werd Zijn werk uitgevoerd volgens de grondbeginselen van de Schrift en gebruikte Hij wat door de oude profeten voorzegd was om de farizeeërs te veroordelen, was dit voldoende om het werk van de kruisiging te volbrengen. Als het werk van vandaag nog steeds uitgevoerd werd op de grondbeginselen van de voorspellingen van de oude profeten in de Schrift, dan zou het onmogelijk zijn om jullie te overwinnen, want in het Oude Testament staat niets vermeld over de ongehoorzaamheid en de zonde van jullie Chinese mensen, er is geen geschiedenis van jullie zonden. En daarom, als dit werk nog steeds in de Bijbel bleef hangen, zouden jullie je nooit overgeven. De Bijbel heeft maar een beperkte geschiedenis van de Israëlieten, één die niet in staat is vast te stellen of jullie slecht of goed zijn, of jullie te oordelen. Stel je eens voor dat ik jullie zou moeten oordelen naar de geschiedenis van de Israëlieten, zouden jullie mij nog steeds volgen zoals jullie vandaag doen? Weten jullie hoe moeilijk jullie zijn? Als er geen woorden werden gesproken tijdens dit stadium, dan zou het onmogelijk zijn om het werk van overwinning te voltooien. Omdat ik niet ben gekomen om aan het kruis genageld te worden moet ik woorden spreken die los staan van de Bijbel, opdat jullie overwonnen kunnen worden. Het werk van Jezus was slechts een stap hoger dan het Oude Testament; het werd gebruikt om een nieuw tijdperk te beginnen en dat tijdperk te leiden. Waarom zei Hij: “Ik ben niet gekomen om de wet te vernietigen maar om haar te vervullen?” Maar toch was er in Zijn werk veel dat anders was dan de wetten die in gebruik waren en de geboden die gevolgd werden door de Israëlieten van het Oude Testament, want Hij kwam niet om de wet te gehoorzamen, maar haar te vervullen. Het proces van het vervullen behelsde veel reële dingen: Zijn werk was praktischer en reëler, en bovendien was het levend, en niet de blinde naleving van doctrines. Onderhielden de Israëlieten de sabbat niet? Toen Jezus kwam nam Hij de sabbat niet in acht, want Hij zei dat de Mensenzoon de Heer van de sabbat was, en als de Heer van de sabbat kwam, zou Hij doen zoals Hij het wilde. Hij was gekomen om de wetten van het Oude Testament te vervullen en de wetten te veranderen. Alles wat vandaag wordt gedaan is gebaseerd op het heden, toch rust het nog steeds op het werk van Jehova in het tijdperk van de Wet en komt niet buiten deze reikwijdte. Je tong bewaken, geen overspel plegen, bijvoorbeeld, zijn dit niet de wetten van het Oude Testament? Vandaag is wat van je vereist wordt niet enkel beperkt tot de Tien Geboden; het omvat geboden en wetten die hoger zijn dan die van voorheen, maar dit betekent niet dat wat ervoor kwam afgeschaft is, want ieder stadium van het werk van God wordt voortgezet op de fundering van het stadium dat daarvoor kwam. Wat betreft dat wat Jehova aan Israël heeft geïntroduceerd, zoals het verplichten van mensen om offerandes te brengen, hun vader en moeder te eren, geen afgoden te vereren, anderen niet te mishandelen of vervloeken, geen overspel te plegen, niet te roken of drinken, en geen dode dingen te eten of bloed te drinken: vormt dit niet zelfs vandaag nog het fundament van je gedragscode? Het is op de fundering van het verleden dat het werk is uitgevoerd tot op het heden. Hoewel de wetten van het verleden niet meer genoemd worden en er nieuwe eisen aan je worden gesteld, zijn deze wetten verre van afgeschaft maar juist op een hoger plan gesteld. Als je zegt dat ze afgeschaft zijn betekent dat, dat het voorgaande tijdperk verouderd is, terwijl er enkele geboden zijn die je in alle eeuwigheid moet eren. De geboden van het verleden zijn al in praktijk gebracht en zijn al het wezen van de mensheid geworden; het is niet nodig om geboden te herhalen dat je niet mag roken, niet mag drinken, enzovoorts. Op deze fundering worden nieuwe geboden gelegd voor jullie behoeften van vandaag, naar jullie gestalte en naar gelang het werk van vandaag. Geboden uitvaardigen voor het nieuwe tijdperk betekent niet het afschaffen van de geboden van het oude tijdperk, maar ze hoger op deze fundering tillen om de daden van de mens vollediger te maken, en meer in lijn met de realiteit. Als jullie vandaag alleen maar gevraagd werd de geboden te volgen en je aan het Oude Testament te houden op dezelfde manier als de Israëlieten en als je zelfs de wetten moest memoriseren die door Jehova voorgeschreven zijn, zou er geen mogelijkheid zijn dat jullie konden veranderen. Als jullie je alleen aan die beperkte wetten moesten houden of ontelbare wetten uit het hoofd moesten leren, zou jullie oude natuur diep verankerd blijven en zou er geen manier zijn om die te ontwortelen. Zodoende zouden jullie steeds verdorvener worden en geen van jullie zou gehoorzaam worden. Wat wil zeggen dat een paar eenvoudige geboden of ontelbare wetten niet in staat zouden zijn jullie te helpen de daden van Jehova te leren kennen. Jullie zijn niet hetzelfde als de Israëlieten. Door het volgen van de wetten en het uit het hoofd leren van de geboden waren ze in staat de daden van Jehova mee te maken en hun devotie uitsluitend aan Hem te geven, maar jullie zijn niet in staat om dit te bereiken. Een paar geboden van het tijdperk van het Oude Testament zijn niet alleen niet in staat om jullie je hart over te laten geven, of jullie te beschermen, maar zullen jullie in plaats daarvan lui maken en je verlagen tot Hades. Want mijn werk is het werk van overwinning en is gericht op jullie ongehoorzaamheid en oude natuur. De vriendelijke woorden van Jehova en Jezus voldoen vandaag niet aan de strenge woorden van oordeel. Zonder zulke strenge woorden zou het onmogelijk zijn om jullie ‘experts’, die duizenden jaren lang ongehoorzaam zijn geweest, te overwinnen. De wetten van het Oude Testament hebben hun macht over jullie al lang geleden verloren en het oordeel van vandaag is veel geduchter dan de oude wetten. Het meest geschikte voor jullie is oordeel, en niet de onbeduidende beperking van wetten, want jullie zijn niet de mensheid van het eerste begin, maar een mensheid die al duizenden jaren verdorven is. Wat de mens nu moet bereiken is volgens de werkelijke staat van de mens vandaag, volgens het kaliber en de eigenlijke gestalte van de mens van vandaag, en het vereist niet dat je doctrine volgt. Dit is opdat er veranderingen bereikt kunnen worden in je oude natuur, opdat je je opvattingen opzij kunt zetten. Denken jullie dat geboden doctrine zijn? Het kan gezegd worden, dat het gewone vereisten voor de mens zijn. Het is geen doctrine die je moet volgen. Denk bijvoorbeeld eens aan rookverbod. Is dat doctrine? Dat is geen doctrine! Dat zijn dingen die de normale mensheid moet volgen, het is geen doctrine, maar een regel voor de hele mensheid. Vandaag zijn zo’n tiental geboden die gegeven zijn ook geen doctrine, maar wat nodig is om normale menselijkheid te bereiken. De mensen hadden zulke dingen in het verleden niet en kenden ze niet, en aldus wordt van hen geëist dat ze die nu bereiken, wat niet telt als doctrine. Wetten zijn niet hetzelfde als doctrine. De doctrine waar ik het over heb gaat over ceremonies, formaliteiten of de afwijkende, onjuiste praktijken van de mens; het zijn regels en reglementen die de mens niet van nut zijn, die hem geen goed doen en het is een gang van zaken waar geen enkele betekenis aan zit. Dit is het schoolvoorbeeld van doctrine en zulke doctrine moet worden afgeschaft want hij is van geen voordeel voor de mens. De dingen waar de mens baat bij heeft, die moeten in praktijk worden gebracht.
uit ‘Het Woord verschijnt in het vlees’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten